Nederlandstalige scholen krijgen binnenkort sneller extra middelen om een gelijkekansenbeleid te voeren. Dat is bepaald in een nieuw Onderwijsdecreet waarmee Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) de gelijke onderwijskansen wil verbeteren. Bovendien komt er een extra garantie dat de middelen echt terechtkomen bij de kinderen die er nood aan hebben.
Sneller extra geld voor gelijke kansen op school
Het schoolbeleid rond Gelijke Onderwijskansen (GOK-beleid) geeft extra geld en middelen aan Nederlandstalige scholen in Vlaanderen en Brussel met veel kansarme leerlingen. Dat geld komt vaak vrij traag. Zo krijgen scholen extra GOK-middelen op basis van een telling die maar één keer om de drie jaar gebeurt. Scholen moeten dus soms jaren wachten op extra middelen, terwijl ze wel al extra noden hebben.
In het basisonderwijs kunnen de GOK-middelen bovendien gebruikt worden voor zowat elk doel, dus ook voor zaken die niet gaan over gelijke kansen.
Weyts hervormt het GOK-beleid nu via een nieuw Onderwijsdecreet. Concreet komen er twee belangrijke aanpassingen. Ten eerste zal er vanaf volgend schooljaar elk jaar opnieuw bekeken worden waar er extra GOK-middelen nodig zijn, zodat er sneller op de bal gespeeld kan worden. Daarnaast worden de GOK-middelen voortaan ook in het basisonderwijs geoormerkt. Ze kunnen dan enkel nog gebruikt worden om de leerlingen die er recht op hebben te ondersteunen.
Dankzij de maatregelen zal het GOK-beleid een pak efficiënter zijn, denkt de minister. "Dat is ook nodig, want de meest kwetsbare kinderen moeten extra ondersteund kunnen worden. Ook sinds de uitbraak van de coronacrisis hebben we gezien dat die groep telkens het hardste geraakt wordt, als afstandsonderwijs wordt ingevoerd of scholen moeten helemaal sluiten," aldus Weyts.
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , gelijke kansen , GOK-beleid , scholen , Ben Weyts