Scholen Brussel-Stad gaan samenwerking aan met Vlaamse Rand

Het Instituut Anneessens-Funck en Hoofdstedelijk Atheneum Karel Buls uit Laken zullen vanaf 2020 onderdeel kunnen uitmaken van een nieuwe scholengemeenschap. De Brusselse scholen gaan een samenwerking aan met vijf scholen uit de Vlaamse Rand. Het is de eerste keer dat scholen een gewestoverschrijdende scholengemeenschap opbouwen.

Anneessens-Funck en het Karel Buls zitten nog in de scholengemeenschap De Zenne. Die werd opgericht in 2005 en had toen als partners het gemeentelijk Atheneum Anderlecht, Zaveldal (VGC) en Kasterlinden (VGC). Die laatste scholen beslisten enkele jaren geleden om over te stappen naar het Gemeenschapsonderwijs (GO!).

Sindsdien waren Karel Buls en IAF de enige twee scholen in het Nederlandstalig stedelijk onderwijs in Brussel. Maar met een nieuwe schaalvergroting zijn volgens schepen voor Nederlandstalig onderwijs Ans Persoons (change.brussels) veel voordelen verbonden. Hoe groter de scholengemeenschap, hoe meer personeel. De nieuwe scholengemeenschap zou volgens haar middelen meebrengen voor een voltijds directeur, een technisch adviseur, onderwijsuren voor een leerkracht en extra pedagogische ondersteuning.

Vanaf september 2020 moeten scholengemeenschappen hernieuwd of opgestart worden van de Vlaamse Gemeenschap. Dat is ook de datum die Persoons voor ogen heeft voor de nieuwe scholengemeenschap. De intentieverklaring van de deelnemende scholen werd tijdens de gemeenteraad van de Stad Brussel op maandagavond goedgekeurd. "Nu gaan we concrete afspraken maken," zegt Persoons. "Hoe gaan we de extra uren officialiseren?"

'Geen concurrentie'

De scholen die meedoen aan het nieuwe netwerk zijn de middelbare scholen Instituut Anneessens-Funck en Hoofdstedelijk Atheneum Karel Buls uit Laken, het GITO Overijse, en het GITO Tervuren, GISO Machelen, het GTI Londerzeel en het BUSO De Vest.

De schepen benadrukt ten slotte dat aan de eigenheid van de scholen niet zal worden geraakt. "De scholen die zouden kunnen toetreden zijn complementair wat studierichtingen betreft en vormen geen concurrentie noch bedreiging voor onze scholen."