In 2017 deed de Samusocial-affaire de Brusselse politiek op haar grondvesten daveren. Er zijn toen dure eden gezworen. Dit mag nooit meer gebeuren, klonk het. Maar heeft de roep om politieke vernieuwing ook echt resultaat opgeleverd?
Politieke gebeurtenissen staan nooit helemaal alleen. Het schandaal rond Samusocial was al aan het sluimeren voor het in de lente van 2017 volop losbarstte.
Toeval of niet, BRUZZ-magazine zette in januari van datzelfde jaar een groot dossier op over transparantie in de Brusselse politiek. Na ampel onderzoek bleek die ondermaats. Canapépolitiek voerde de boventoon. Door postjes te verzamelen in raden van bestuur konden politici veel geld bijeenharken. En het hele kluwen van negentien gemeenten, intercommunales en gewestinstellingen maakte het beleid in Brussel helemaal ondoorzichtig.
Ondertussen was in Wallonië het Publifin-schandaal uitgebroken. Het stond in de sterren geschreven dat er ook een Brussels schandaal zat aan te komen.
En toen viel burgemeester Yvan Mayeur (PS), en met hem OCMW-voorzitter Pascale Peraïta (PS). Een ongezien schandaal in de Brusselse politiek. Ze hadden jarenlang bij Samusocial royale zitpenningen opgestreken, terwijl er van die vergaderingen vaak geen spoor te vinden was. Ze organiseerden snoepreisjes, terwijl het beheer van de organisatie te wensen overliet. Peraïta verdiende, door haar vele mandaten, meer dan 200.000 euro per jaar. In schril contrast met de doelstelling van de Samusocial: dak- en thuislozen helpen.
Zelfbediening
De Samusocial-affaire was achteraf gezien meer een kwestie van normvervaging en zelfbediening dan van strafrechtelijke corruptie. Maar de politieke gevolgen waren enorm. De Brusselse PS leed zwaar door de affaire, zeker omdat ook de Waalse Publifin-affaire er diep in hakte. Ecolo, dat zaak had uitgespit, kreeg de wind in de zeilen. De Brusselse politiek zwoer dure eden over goed bestuur en politieke vernieuwing.
Vier jaar later geeft de balans een gemengd beeld. Er is heel wat wetgevend werk verricht in de jaren na de Samusocial-affaire. Die hebben zeker tot meer transparantie geleid. Zo is vandaag vrij eenvoudig te vinden welke externe studies Leefmilieu Brussel bijvoorbeeld besteld heeft en voor welk bedrag, of welke aanbestedingen de MIVB gedaan heeft. Wie de gsm-kosten wil kennen van een schepen in Schaarbeek? Het valt snel terug te vinden in de lijvige jaarverslagen die de lokale besturen op hun website publiceren. Daarin staan ook alle subsidies die dat jaar zijn toegekend of de mandaten die de gemeentelijke edielen bekleden. Het rapport wordt ook naar het Brussels parlement gestuurd, waar een cel Transparantie de opvolging verzekert.
“Openbaarheid van bestuur bestond al voor de Samusocial-affaire. Die laatste was toch meer een sociaal schandaal dan een juridisch”
Ook de Brusselse regering is transparanter. De agenda's en de korte verslagen van de ministerraad zijn online te vinden. En ook op het vlak van verloning zijn stevige stappen vooruit gezet. Wat politici vandaag precies verdienen met hun mandaten valt vrij eenvoudig terug te vinden. Exorbitante bedragen door het cumuleren van mandaten zijn niet meer mogelijk, want wat politici met publieke middelen verdienen is geplafonneerd.
Zijn excessen nog mogelijk? Zeker, maar door de transparantie, opgelegd door de wet, valt het meteen op. Tenminste als iemand de moeite neemt om die enorme hoeveelheid aan data door te nemen. Organisaties als Cumuleo en Transparencia doen dat geregeld, zodat die informatie toch bij het grote publiek terechtkomt.
Christophe Van Gheluwe van Cumuleo die mee de lont in het kruitvat stak in 2017, ziet vooruitgang maar ook achteruitgang. “Men heeft beslist om de publicatie van de mandaten met zes maanden te verlaten,” zegt hij. “Zo komen we pas met twee jaar vertraging te weten wat politici verdienen. Dat is natuurlijk niet bevorderlijk de transparantie.”
Maar Van Gheluwe geeft wel toe dat er ook heel wat verbeterd is. “Maar dat heeft niet zozeer te maken met de wetgeving. Openbaarheid van bestuur bestond al voor de Samusocial-affaire. Die laatste was toch meer een sociaal schandaal dan een juridisch.”
Goudmijn
En er zijn zelfs voorbeelden van good practice. Van Gheluwe verwijst bijvoorbeeld naar de stad Brussel die, in het kader van de openbaarheid van bestuur, alle gegevens beschikbaar stelt met open data. Het levert een goudmijn aan informatie op.
Toch is het werk in Brussel hiermee nog lang niet af. Twee grote werven liggen nog open. Ten eerste zijn er de gemeentelijke vzw's. Afgelopen zomer heeft de regering beslist om de gemeenten meer tijd te geven om zich in orde te stellen met de ordonnantie uit 2018. Die voorzag, in de nasleep van de Samusocial-affaire, in een wettelijk kader, dat tot dan toe onbestaande was. Alle lokale besturen hebben tal van dat soort vzw's: voor de sportinfrastructuur, voor de crèches, voor de culturele activiteiten. De afgevaardigden zijn meestal politici van de meerderheid.
De nieuwe wet wil controle op die gemeentelijke vzw's maar dat bleek moeilijker dan gedacht, liet bevoegd minister Bernard Clerfayt (Défi) in juli 2020 weten. Zo moeten er beheersovereenkomsten komen met die vzw's, en moeten alle akten openbaar worden gemaakt. Het is ook niet altijd duidelijk wat een gemeentelijke vzw is en wat een privévzw is. De gewestadministratie zou die controle nooit kunnen bolwerken. Het parlement stemde in met een uitstel van twee jaar.
Zijn het vertragingsmanoeuvres van Clerfayt om de gemeentelijke autonomie te vrijwaren? Misschien. De gemeenten krijgen tot juli 2022 om dit in orde te krijgen. Het lijkt weinig waarschijnlijk dat het Brussels parlement nog eens een uitstel toestaat.
Het betekent vandaag wel dat niet bekend is hoeveel van dat soort vzw's er bestaan. Het zou gaan om een honderddertigtal, maar dat lijkt een onderschatting. Ook betekent het dat de gemeentelijke vzw's vandaag bijvoorbeeld aanbestedingen kunnen doen buiten de toezichthoudende overheid om. Al blijven het sowieso wel openbare aanbestedingen die aan regels gebonden zijn, en zijn de bestuurders van de vzw, meer dan vroeger, er verantwoordelijk voor om met mogelijke wantoestanden naar buiten te komen. Er zijn dus wel checks and balances, maar heel doorzichtig is het vandaag niet.
Decumul
Een veel moeilijker dossier is de decumul: het uitsluiten van schepenen en burgemeesters in het Brussels parlement. Eerst en vooral omdat er een politieke en ideologische discussie over bestaat of dat een praktijk is van goed bestuur. Liberale partijen, of de N-VA bijvoorbeeld, vinden over het algemeen dat cumul mogelijk moet zijn. Dat het zelfs de democratie versterkt.
Groene partijen zien in de cumul een te grote machtsconcentratie, wat de democratie kan schaden. Het is ook een moeilijk dossier omdat het raakt aan de gevestigde macht, en aan de verloning van de politici. Burgemeesters en schepenen van kleine gemeenten riskeren er, zonder parlementair mandaat, bekaaid vanaf te komen.
In de vorige legislatuur is geprobeerd om de decumul in te voeren, maar de discussies zijn verzand. De nieuwe Brusselse regering, met groenen in de meerderheid, wil er wel werk van maken. Het staat in het regeerakkoord, maar echt vooruit gaat het niet.
Het is de bedoeling om bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen, in 2024, de volledige decumul in te voeren. Minister Clerfayt plaatst de maatregel in een ruimer geheel en bereidt daarom een grotere hervorming van de gemeentewet voor, waarbij ook het aantal gekozenen en de lonen van schepenen en burgemeester herbekeken zullen worden. Het regeerakkoord voorzag in die hervorming eind 2020. Die datum heeft de regering niet gehaald, maar minister-president Rudi Vervoort (PS) ontkent dat er een kink in de kabel zit. De decumul komt er sowieso, beloofde hij onlangs.
5 jaar BRUZZ
Lees meer over: Brussel , Politiek , 5 jaar BRUZZ , politieke vernieuwing , Transparantie , Samusocial , Cumuleo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.