Artsen zonder Grenzen slaat alarm over minderjarige migranten die op straat komen te staan

Een vijftigtal niet-begeleide minderjarige vreemdelingen zijn op straat in Brussel aan hun lot overgelaten sinds de sluiting van een opvang half juli. Die ruimte werd beheerd werd door Artsen zonder Grenzen (AZG), maar was sowieso maar tijdelijk. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) wil tegen september een oplossing.

In de afgelopen maanden heeft het project van Artsen zonder Grenzen - dat daarvoor samenwerkte met het Burgerplatform, SOS Jeunes en Caritas - aan meer dan 250 jongeren fatsoenlijke huisvesting en verzorging geboden. Maar het pand - eigendom van het gewest - was niet langer beschikbaar en een alternatief werd niet gevonden.

Van de bijna tachtig minderjarigen die in juli nog door Artsen zonder Grenzen en haar partners werden opgevangen, hebben er slechts 29 een noodopvang gevonden. Het gaat om opvang "binnen volledig ongeschikte structuren" zegt Artsen Zonder Grenzen aan BX1. Anderen zijn op straat beland.

Elke dag komen er bovendien zo'n 15 nieuwe jongeren naar het kantoor van SOS Jeunes in het humanitaire centrum in het Brusselse Noordstation. "Deze verontrustende situatie is geenszins nieuw," betreurt Artsen Zonder Grenzen. "Deze crisis moet worden gezien in de context van een wereldwijde migratiecrisis.”

September

De woordvoerster van bevoegd staatssecretaris Nicole de Moor (CD&V) zei dat de regering een oplossing zocht voor het probleem. Ze benadrukte ook dat het gebouw dat tot nu toe gebruikt werd, toebehoort aan het Brussels Gewest en niet aan de federale regering. Toch zit er wel een oplossing in de pijplijn. "Een hervatting is gepland voor september," zegt ze aan BX1, "in de vorm van een inloophuis." (Lees verder onder deze tweet)

Het aantal niet-begeleide minderjarigen is stijgende. In 2021 dienden 3.219 minderjarige vreemdelingen een asielaanvraag aan, tegenover bijna 1.800 in 2020, zo bleek eerder dit jaar uit cijfers van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen.

De bedoeling was aanvankelijk om het centrum zes maanden open te houden tijdens de winterperiode. Het project werd volledig gefinancierd door Artsen Zonder Grenzen. Die beslisten om het project uiteindelijk tien maanden open te houden. De bijkomende tijd hebben ze gebruikt om op politiek niveau te pleiten voor meer opvangmogelijkheden.