Frederike Migom (33) is geboren in Antwerpen. Ze volgde een acteeropleiding in New York en ging daarna film studeren in Parijs. Na een aantal kortfilms en docu's komt eind maart 'Binti', haar eerste langspeelfilm uit. Ze woont op de Vismarkt in hartje Brussel.
Enfant terrible: Frederike Migom, cineaste/actrice
Mijn grote droom als kind? (Zonder aarzelen) Acteren. Op de lagere school zei een vriendinnetje: ‘Jij bent zo’n goeie komediant.’ Thuis vroeg ik mijn mama wat dat betekende. ‘Dat je goed kan acteren,’ zei ze en vanaf dan was er geen houden meer aan (lacht). Zomerkampen, schooltoneel, kunsthumaniora. Op mijn zeventiende schreef ik me in New York in aan de American Academy of Dramatic Arts.
Ik had er de tijd van mijn leven. Ik kwam uit een eerder beschermd milieu en ginds ging de wereld voor mij open. Maar interessant werk vinden als actrice was er allesbehalve evident. Toen mijn visum niet meer werd verlengd, stapte ik over naar regie. Heel geleidelijk heb ik de ambitie om actrice te worden losgelaten, om uiteindelijk in Parijs filmregie te volgen.
Waarom ik nooit aan België heb gedacht voor mijn opleiding? Goeie vraag. Ik had al heel jong het gevoel dat België te klein was of zo. Ik herkende me niet in de artistieke scene hier. Ik hield vroeger vooral van theater dat gedreven werd door plot, dialogen, de psychologische ontwikkeling van personages. Dat was hier niet de bon ton, het Vlaamse toneel was veel experimenteler, fysieker. Dat boezemde mij angst in.
"Ik ben vooral een dromer die een verhaal wil vertellen"
Na Parijs kon ik een stage doen op de set van Hilde Van Mieghem. Zo kwam ik in Brussel terecht, waar ik snel aan de slag kon bij productiehuis Caviar. Ik voelde me meteen thuis in Brussel. Na het werk gingen we vaak pintjes drinken in de Walvis en zo leerde ik veel mensen kennen. Dat is één van de mooiste kanten van deze stad, het is een dorp maar met internationale allure. De enige stad in België waar ik kan wonen, en ik hoop van harte dat ze haar unieke karakter niet zal prijsgeven in het voordeel van toerisme en consumeren. En dat het betaalbaar blijft.
Sinds een paar jaar durf ik me cineaste te noemen. Ik heb drie jaar lang productiewerk gedaan bij Caviar, best leerrijk, maar er blijft geen ruimte over voor je eigen creativiteit. Dat ging knagen. Ik heb mijn job opgegeven, enkele kortfilms gemaakt en vorig jaar mijn eerste langspeelfilm, Binti. Over een Congolees meisje zonder papieren dat hier is opgegroeid, maar dreigt het land uitgezet te worden. En dan op een plan begint te broeden om te kunnen blijven.
Mijn inspiratie haalde ik voor een flink deel uit vorige projecten. Een paar jaar geleden maakte ik een docu over Si-G, een dertienjarige rapster uit Molenbeek. Ik werd enorm geraakt door haar doorzettingsvermogen, haar verlangen naar erkenning ook. En net voor Binti had ik een kortfilm gedraaid in Matonge, waardoor ik heel wat contacten had gelegd met de Afrikaanse gemeenschap. Zo zijn verschillende elementen bij mekaar gekomen.
In Binti focus ik niet zozeer op het politiek–juridische aspect van de asielprocedure. Het is een familiefilm, en voor een jong publiek zou die problematiek te complex zijn. Ik wilde voor alles de veerkracht en de moed van dat meisje tonen, en dat in schril contrast met het feit dat ze op papier zogenaamd niet bestaat. Ik hoop dat het publiek behalve ontroerd en een beetje boos, vooral hoopvol én strijdvaardig de zaal buitenkomt.
Tegelijk wil ik bescheiden blijven en niet beweren dat ik met mijn film veel verschil kan maken. De echt dappere mensen vandaag, dat zijn straathoekwerkers en leerkrachten, mensen die van aan de basis iets proberen te veranderen. Daar wil ik me niet mee vergelijken. Ik ben toch vooral een dromer die een goed verhaal wil vertellen.
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Enfant Terrible , Frederike Migom , Binti
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.