Gewest zoekt 20.000 plaatsen voor langdurige huisvesting Oekraïners

Tegen eind juni gaat het Brussels gewest op zoek naar 20.000 plaatsen om Oekraïense vluchtelingen op langere termijn te huisvesten. Het gaat om de fase na de eerste crisishuisvesting, waarbij vele vluchtelingen bij vrijwilligers thuis zijn terechtgekomen. Tegen 15 april moeten al 3.000 plaatsen gevonden worden.

De ruimste voorspellingen van federaal staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V) gaan uit van een vluchtelingenstroom van 200.000 Oekraïners die naar België zullen komen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest neemt 10 procent van de vluchtelingen voor zijn rekening, 20.000 mensen.

Aangezien de gewesten bevoegd zijn voor huisvesting, moet het Brussels gewest dus een tijdelijke woonoplossing op de langere termijn vinden voor deze vluchtelingen. Dat komt neer op zo’n 5.000 à 6.000 wooneenheden. Het gaat om de fase van huisvesting na de eerste noodopvang of de crisishuisvesting, waar de federale overheid verantwoordelijk voor is (zie verder).

Tegen 15 april moet het gewest al 3.000 plaatsen ter beschikking hebben, tegen 31 mei 10.000, en tegen 30 juni moeten alle 20.000 plaatsen gevonden zijn.

“De deadline van april zullen we halen, het zijn de deadlines van eind mei en eind juni die veel moeilijker worden,” zegt Pierre Verbeeren, coördinator van het hulpprogramma van het Brussels gewest voor Oekraïense vluchtelingen.

Oproep

Het gewest heeft in dat kader een oproep gelanceerd bij onder meer vastgoedmaatschappijen van de overheid, sociale woningbureaus, overheidsinfrastructuur en bedrijven met lege kantoren om woningen te zoeken die op langere termijn ter beschikking kunnen worden gesteld.

Zo zijn er bijvoorbeeld gesprekken gaande rond een kantoorruimte die al langer leeg staat en waar 160 plaatsen gecreëerd zouden kunnen worden, aldus Verbeeren.

Er zal tevens een beroep worden gedaan op burgers die woningen voor een langere duur ter beschikking kunnen stellen, klinkt het verder.

Hoe verloopt de huisvesting van Oekraïners?

• Crisishuisvesting

Nadat de vluchtelingen geregistreerd zijn door de Dienst Vreemdelingenzaken in Paleis 8 op de Heizel, voorziet de federale overheid met Fedasil in een eerste soort huisvesting. Fedasil kan, enkel indien echt nodig, in een eerste noodopvang voorzien voor één nacht, namelijk via het aanbod van hotels in Brussel of in het opvangcentrum in de Sebrechtslaan in Molenbeek.

De overgrote meerderheid van Oekraïense vluchtelingen die zelf geen onderdak hebben geregeld (bijvoorbeeld bij familie of vrienden die al in België wonen) stroomt echter door naar de crisishuisvesting. Die wordt ook door Fedasil georganiseerd en verloopt via de gemeenten.

Elke gemeente heeft een overzicht van het aantal aangeboden plaatsen. Zo belanden Oekraïense vluchtelingen vooral bij vrijwilligers thuis.

• Duurzamere huisvesting

Daarna is het aan de gewesten, zij zijn verantwoordelijk voor een duurzamere huisvesting. “Het is de bedoeling om deze mensen op langere termijn te laten verblijven in ons land, weliswaar tijdelijk, maar iets langer,” aldus het gewest op het online infoplatform helpukraine.brussels.

Voor die langdurige huisvesting moet het Brussels gewest aldus een zesduizendtal woningen oftewel 20.000 plaatsen zien te vinden tegen eind juni.

Maar die liggen niet zomaar voor het rapen. “De vluchtelingen komen terecht op een markt die al enorm krap is,” zegt Verbeeren. Sociale woningen zijn er al zeker niet in overvloed. Vorig jaar stonden er nog 49.000 gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning in Brussel. Het gewest kan niet zomaar duizenden woningen vrijmaken en moet daarom op zoek naar creatieve oplossingen, aldus Verbeeren.

• Definitieve huisvesting

Op nog langere termijn komen de Oekraïners – indien ze hier blijven – op de gewone woningmarkt terecht. De plaatsen die het gewest in dat kader creëert zullen ter beschikking zijn voor alle Brusselaars, aldus Verbeeren nog.