Bruno Terryn en Wim Tielemans, allebei actief in de bouw, stellen hun huis sinds 2017 open voor minderjarige vluchtelingen. Momenteel vangen ze drie jonge asielzoekers op. “Een groot deel van de vluchtelingen zijn moslim en men dacht dat een homokoppel niet zou passen binnen hun cultuur. Dat bleek uiteindelijk geen probleem te vormen."
| Bruno, Wim en 'hun jongens' trekken regelmatig naar het stadspark vlakbij huis
Bruno opent de deur van zijn flat, op een drukke invalsweg in Molenbeek. Zijn partner Wim en de drie vluchtelingen die ze opvangen, zijn er ook. De oudste, Abdulwahed (18) reageert enthousiast en slaat meteen een praatje. Mansoor (15) is wat stiller, een beetje overdonderd door onze komst. "Normaal is hij de luidste hier", zegt Bruno. Wim zit samen aan tafel met de jongste, Victor (12, *) en leert hem Nederlandse woordjes. "Hij is nog maar twee maanden bij ons en praat nog geen Nederlands." Meteen valt ook op hoe groot de woning is.
“We hebben het appartement hiernaast bijgekocht. Sinds een paar weken is de muur tussen beide flats afgebroken en is het een grote ruimte”, vertelt Wim. De woning telt vier slaapkamers: een voor het koppel en drie voor elk van de vluchtelingen die bij hen inwonen. “We vinden het belangrijk dat elk van de jongens een eigen slaapkamer heeft.”
Het hele verhaal begon doordat Bruno voogd was van minderjarige vluchtelingen in opvangcentra. “De jongens van wie ik voogd was, vroegen om bij een familie te kunnen verblijven. Ik heb dat uitgezocht en toen bleek dat er veel te weinig opvanggezinnen waren. Dat bleef malen in mijn hoofd. Toen ontstond het idee: 'Waarom zouden we die jongens niet laten meeleven met ons?' Zij hebben ook recht op een goede jeugd”, zegt Bruno.
Pleegzorg
Bruno en Wim werken samen met Minor Ndako, een Belgische ngo die met ondersteuning van de Europese Unie helpt om kinderen een huis te geven. Intussen vangt het koppel al drie niet-begeleide minderjarigen op. “Dat was aanvankelijk niet de bedoeling. Abdulwahed was het eerste voogdijkind van Bruno", zegt Wim. "Voor we het wisten regelden we allerlei zaken voor hem zoals kampen en schoolverplaatsingen. We meldden ons aan bij pleegzorg en zo kwam Abdulwahed bij ons terecht."
"Omdat veel jongeren in Brussel geen gezin hebben, hadden we al snel een tweede Afghaanse jongen, Mansoor. De twee oudsten wonen al meer dan twee jaar bij ons en hebben allebei een verblijfsvergunning. We dachten: ‘Waarom geen derde?’ Sinds twee maanden woont er nu ook een 12-jarige jongen uit Eritrea bij ons. Voor hem is een verblijfsvergunning aangevraagd en we verwachten dat hij die ook zal krijgen.”
"Wim en Bruno helpen me bij alles en ik ben hun daar dankbaar voor"
Abdulwahed is de oudste en afkomstig uit Afghanistan. Hij was 15 jaar toen hij aankwam in België, na een lange tocht door heel veel landen. “Op mijn 16de ben ik bij Bruno en Wim terechtgekomen. Ik heb in mijn cultuur nooit een homokoppel gezien, maar dat stoorde me niet, want ze wilden mij helpen en ik kan bijleren van hen.” Abdulwahed had een jaar lang geen contact met zijn ouders uit Afghanistan.
“Ik ben mijn gsm onderweg kwijtgeraakt, dus ook al mijn telefoonnummers. In Oostende ben ik een jongen tegengekomen uit hetzelfde Afghaanse dorp als ik. De papa van de jongen is naar dat dorp gegaan en heeft mijn mama gevonden.” Sindsdien heeft Abdulwahed opnieuw contact met zijn ouders en belt hij hen om de twee dagen. Momenteel volgt hij een leercontract om automechanicien te worden en studeert ook voor zijn theoretische rijbewijs. “Dat is niet makkelijk want lezen in het Nederlands gaat nog niet zo vlot. Maar Wim en Bruno helpen me bij alles en ik ben hun daar dankbaar voor.”
Volgens Bruno en Wim is het feit dat ze een homokoppel zijn, nooit een probleem geweest voor de kinderen. “In het begin waren we daar heel bang voor. Een groot deel van de vluchtelingen zijn moslim en Pleegzorg dacht dat een homokoppel niet zou passen binnen hun cultuur. Dat bleek uiteindelijk geen probleem te vormen. Zolang ze kunnen voetballen, naar school kunnen gaan en een eigen kamer hebben, zijn ze supergelukkig. Het was meteen een goede deal voor die gasten”, zegt Bruno.
Van elkaar leren
Het koppel voedt de jongens op met een open geest. “We vinden dat ze uit alle culturen iets moeten leren. Dat maakt hun weerbaarder om later succesvol te zijn. Als vluchtelingen alleen maar leven in een soort vluchtelingenmilieu, leren ze niets van andere culturen, waarden en gewoonten. Ze moeten alles proberen en openstaan voor de wereld. Mansoor zit in het tweede middelbaar. Hij heeft het eerste jaar islam mogen volgen op school. Nu moet hij van ons zedenleer volgen, omdat hij over die waarden moet kunnen discuteren”, aldus Wim.
De jongens leren veel bij van Bruno en Wim, maar dat geldt ook andersom. “Wij vinden het fantastisch en heel leerrijk om de jongens op te vangen. We wisten niets over Afghanistan, behalve dat daar oorlog was. Ondertussen hebben we veel geleerd over dat land, zowel over de cultuur als over de keuken”, zegt Wim.
Hakuna Matata
“We zijn vooral open naar de jongens toe en geven veel zonder dat we onmiddellijk iets in ruil verwachten. Het duurt maanden voor ze zich op hun gemak voelen”, zegt Bruno.
Hoewel de pleegouders een goede band hebben met de jongens, beschouwen ze hen niet als hun kinderen. Zelf hebben ze geen kinderwens. “Wij zeggen dikwijls ‘onze jongens’ maar ik zou onze band omschrijven als goede kameraadjes. Wij zijn er om hun te helpen en dat creëert een band. We doen ook veel samen zoals naar pretparken gaan en reizen. Ik ga bijvoorbeeld ook vaak fitnessen met Abdulwahed. We gaan ook veel naar het voetbal van Mansoor en Victor, en Bruno gaat zwemmen met de kleinste”, vertelt Wim.
"We hebben bewust gekozen voor een andere naam, want wij zijn niet ‘papa’ en ‘papa’"
De jongens geven Bruno en Wim andere namen. “We hebben beslist dat Bruno ‘Matata’ is en ik ‘Hakuna’. Samen is dat ‘hakuna matata’. In de film zeggen ze: ‘It means no worries for the rest of your life.’ We hebben bewust gekozen voor een andere naam want wij zijn niet ‘papa’ en ‘papa’. Ze hebben al een papa”, zegt Wim.
Het koppel beseft dat de kans bestaat dat de jongens later worden teruggestuurd naar hun eigen land of zelf beslissen om terug te keren. “Wij hebben gekozen om er open over te spreken. We geven hen mee dat ze hier veel moeten leren, want als ze later terugkeren om gelijk welke reden, moeten ze hun mannetje kunnen staan. Wie weet blijven ze ook in Brussel en komen ze geregeld op bezoek”, zegt Wim.
(*) Victor is een schuilnaam.
Wil je zelf ook jonge vluchtelingen opvangen? Dan kan je dit formulier invullen van vluchtelingenorganisatie Minor Ndako.
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , Jongeren , vluchtelingen , minor ndako , pleegouders , niet-begeleide minderjarige vreemdelingen , niet-begeleide minderjarigen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.