In augustus bereikten ons in Brussel berichten over een massale exodus uit Syrië, Irak en Afghanistan. Eind augustus bereikte de exodus de hoofdstad. In het Maximiliaanpark ontstond een heuse tentenstad. Al bij al verliep de opvang toen niet slecht.
Jaaroverzicht: Tentenkamp Maximiliaanpark wordt stad
Aanvankelijk was er van een lichte paniek sprake, die al gauw overliep in een zware discussie over de verantwoordelijkheid: wie kan de asielzoekers opvangen? Wie bekommert zich om hun lot? Helpen we ze niet te veel of te weinig? Die discussie werd op haar beurt gevolgd door een politiek spel, waarbij het federale niveau, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Stad Brussel en vluchtelingenorganisaties met elkaar in de clinch gingen. Vooral de woordenstrijd tussen het burgerplatform dat vanaf eind augustus een tentenkamp in het Maximiliaanpark opzette en federaal N-VA-staatssecretaris Theo Francken blijft daarbij hangen. Beide partijen zochten elkaar op als pispaal. En, toegegeven: de media deden hun best om dat conflict op te drijven.
Maar wie later terugblikt en de zaak van op afstand bekijkt, ziet wel dat de modale vluchteling in Brussel in die buurt het er toen niet slecht vanaf heeft gebracht. Het chaotische tentenkamp dat ontstond toen asielzoekers zich in het park tegenover de Dienst Vreemdelingenzaken vestigden, werd al gauw door verschillende vzw’s omgevormd tot een heuse stad. Op het hoogtepunt logeerden er meer dan 1.000 mensen. Al na enkele dagen werden er louter door ophalingen en spontane giften genoeg voorraden opgehaald om de inwoners van het tentendorp comfortabel te slapen te leggen, te verzorgen en van voedsel te voorzien. Het logistieke succes van het tentenkamp bleek ook uit het feit dat werkgeversorganisatie Unizo er al gauw een eigen tentje opzette met informatie over werken in België. Eigenlijk bleek toen dat er genoeg organisaties zijn die de federale overheid niet nodig hadden om asielzoekers op hun manier op te vangen in afwachting van hun procedure.
En toch, toch is de overheid verantwoordelijk. Staatssecretaris Francken heeft uit de crisis geleerd. Eerst met een geïmproviseerde alternatieve opvang in één WTC-gebouw met openingsuren, en op het einde in twee WTC-gebouwen die dag en nacht open waren. Uiteindelijk creëerde de overheid capaciteit voor meer dan duizend mensen. Toen droogde de asielstroom een beetje op, en werd er gesproken over spreidingsplannen in andere gemeenten, en ook over gastgezinnen.
Op een maand tijd kan dus veel. Maar wat blijft hangen, is dus de bitse woordenstrijd waarover we in het begin van het artikel al schreven. De regering kan in de ogen van vluchtelingenorganisaties niets goed doen, en vluchtelingenorganisaties zijn in de ogen van N-VA-voorzitter Bart De Wever ‘extreemlinks’. Met een beetje cynisme kan de discussie ook weggezet worden als een voortzetting van de linkse ‘Hart boven Hard-campagne’ van het middenveld tegen de rechtse regering-Michel I, met echte vluchtelingen als excuus.
Met wat goede wil kunnen beide kampen ook ridderlijk toegeven dat ze van elkaar geleerd hebben, en dat de opvang op een maand tijd min of meer genoeg georganiseerd was om de Belgische aftakking van de grootste vluchtelingenstroom sinds decennia in goede banen te leiden. Of die vluchtelingenstroom moet gestopt of met open armen ontvangen worden, is de politieke discussie. Over de tijdelijke opvang kunnen we best pragmatisch zijn.
Jaaroverzicht 2015
Lees meer over: Samenleving , Jaaroverzicht 2015
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.