De eerste trein op het Europese grondgebied reed van Brussel naar Mechelen. Vanuit het toenmalige kopstation Brussel-Groendreef, waren we in België koplopers voor de uitbouw van het spoornet. Maar al snel stootten de treinreizigers op een probleem: de tijd. Tot die eerste trein kon de tijdsaanduiding verschillen van stad tot stad. Dat verschil kon wel oplopen tot 25 minuten. Hoe konden de reizigers dan op tijd de trein halen? Op welke tijd moesten ze zich daarvoor richten? Maar ook: wat met het gevaar voor mogelijke botsingen? De oplossing kwam van de bekende statisticus Adolphe Quetelet.