Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week: Aarschotstraat.

DONDERDAG, 26 AUGUSTUS, 22 UUR

Dat er niet veel zomer meer over is, merk je aan het feit dat het zonlicht ‘s avonds almaar sneller wordt gedoofd. Maar hier op Sunset Boulevard gebeurt dat niet zonder effect. Als het daglicht het voor bekeken houdt, kapseist de straat, en zakt de ene kant in een bad van blacklight en neon, terwijl de andere kant oplost in het duister van de blinde muur die de perrons van Brussel-Noord hooghoudt.

Dat het zwaartepunt van het Brusselse orificesverhuur zich in de donkere schacht van uitgerekend de Aarschotstraat heeft genesteld mag dan al een goede woordgrap zijn, ik wil in dit korte bericht uit de schaamstreek toch ook graag even ingaan op de stedenbouwkundige kant van die curieuze kwestie. Het kan namelijk geen toeval zijn dat de georganiseerde raamprostitutie zich ontwikkelde in een straat die langs één kant behuizing ontbeert. Aan de Amsterdamse Wallen is het - ik heb het allemaal natuurlijk maar van horen zeggen - niet anders. Heimelijke hoerenlopers behoeven op die manier geen rugdekking, en moeten maar één kant op kijken om hun keuze te maken. Aangenomen dat het gepresenteerde aanbod hen met keuzestress zou opzadelen. De vrouwen op hun beurt hoeven in de gegeven omstandigheden niet naar hun evenbeelden aan de overkant te kijken. Wat ze nu zien door het raam is de ene na de andere Wandelende Kloot in seksuele nood die voorbijtrekt. Daarachter een onophoudelijke stroom brommende auto’s, en daarboven de vertrouwde beweging van de aankomende en vertrekkende treinen: in en uit, in en uit, in en uit.

Omdat ook neon kan sterven, lijken vele rode, groene en blauwe lampjes recent vernieuwd. Het licht pakt niet op het getaande bloot, maar des te meer op de witte of fluo accenten van de schaarse stof die de dames op krukken nog omhult. Achter hen een assortiment tissues, tasjes en flesjes. De orchidee tiert welig als het subtielere seksesymbool. Ergens op een muur staat geschreven: ‘La véritable intimité est celle qui permet de rêver ensemble des rêves différents’. De vraag is alleen of hier niet vooral séparément des rêves similaires gedroomd worden, en of hier wel sprake kan zijn van intimiteit. De mannen - niet zelden gespierde lui die een opgepompt sfeertje creëren - komen blijkbaar bij voorkeur in groep. Kwestie van de situatie en de vrouwen ten allen tijde onder controle te kunnen houden. Die laatsten - ‘serveuses’ worden ze genoemd met wat tegelijk een eufemisme en een pijnlijk adequate benaming is - rekenen tijdens het wachten op het gezelschap van hun smartphone. Of zou dat er ook één zijn van de zaak?

De meeste peeskamers floreren en defloreren zonder naam, maar bepaalde cafés en huizen van ontucht doen wel aan sfeerzetting met namen als Virgin, Touch and Go of Red Devils. Speciaal voor de Vlamingen in Brussel is er café Den Bureau, want je hoort in de rue d’Aerschot ook Nederlands spreken. Deze straat willen de pendelaars blijkbaar nog wel even doorlopen vooraleer ze naar huis terugkeren. The Tunnel aan de spoorwegbrug is ook een goeie, maar Mirage vat het allemaal nog het best samen. Je kan er geheel toepasselijk terecht voor een opbeurende pils van het merk Desperados.

Met een Burger House en een Pitta Markt is ook een andere tak van de vleesindustrie vertegenwoordigd. Dankzij plaatstalen urinoirs die voortdurend gereinigd worden met een stevige straal, valt het mee met de pisgeur. Maar geil word je hier niet van - eerder filosofisch, en dan van de misantropische strekking.

Laptopia

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Laptopia

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni