Vanaf het Noordstation neem je om het even welke boemeltrein in de richting van Mechelen of Antwerpen. Na dertien minuten sta je in Eppegem, waar een dubbele ontmoeting met de Zenne wacht.
Le trajet de Trachet (4): Eppegem aan de Zenne
In de perrontunnel sla ik rechtsaf, dus niet naar het stationsgebouw. Buiten word ik welkom geheten door een rondwiekende ooievaar hoog in de lucht. Dit is het land van de lage Zenne. Er zijn ook heel wat plassen in de buurt. We zijn hier tenslotte nauwelijks vijf meter boven de zeespiegel. Langs de stationsparking bereik ik de Elewijtsesteenweg. Voor ons is een muziekwinkel. Draai daar nu rechts omheen en dan komen we in de Plasstraat, tussen de korenvelden en populieren. Deze autoloze weg (wel met fietsers!) loopt recht naar de Zenne. Tussen Brussel en Eppegem werd in het verleden de Zenne rechtgetrokken en van hoge dijken voorzien. Maar hier meandert zij weer als vanouds tussen de velden. Al van het begin valt in de verte een witte ruïne op. De waterloop is verdacht stil. Er groeien veel algen en waterplanten in en het lijkt een feest voor waterhoentjes, maar er zit nauwelijks stroming op. De droogte van het voorbije jaar zal er voor iets tussen zitten.
Hier steken we nu de rivier over naar de linkeroever, waar het jaagpad van gras is gedurende een paar honderd meter. Dan gaat het weer netjes geasfalteerd verder langs de kronkels tot bijna aan een moderne brug, waar een walletje naar links loopt. Dat komt uit op de Dorpsstraat van Weerde, zoals dit stille dorpje heet. Op het plein staat een fris gerenoveerd kerkje, in oude stijl heropgebouwd nadat het ook in 1914 was vernietigd. Voor de kerk, het dorpscafé, eigenaardig bescheiden.
Achter de kerk vertrekt een voetweg (Binnenweg), die verderop de Ketelstraat vervoegt en rechtsaf de drukke Robert Schumanlaan oversteekt. Aan de overkant (Galgenberg) vertrekt een baan rechtsaf (Ketelveldweg) naar de grote Weerdse visvijver, een natuurreservaat, waar je nog helemaal rond kunt wandelen. Misschien foerageren daar de ooievaars?
Getijdenrivier
De terugweg, zowel vanaf het dorpsplein als van de vijver, loopt door typisch Vlaamse anarchistische villawijken. Je kunt natuurlijk ook de rivier terug volgen, maar ik wil nog wat laten zien. De Dorpsstraat draait wat verder weer naar het westen en zo, via een parking en frietkot, kom je aan het kruispunt met de Damstraat.
Even verder naar links ga je de Bergstraat af, waar je de Gildestraat naar rechts neemt. Toen Weerde nog maar een paar huizen telde, was Eppegem een redelijk belangrijke plek. Ze hadden er een gilde, de gilde van de boottrekkers. Varen op een getijdenrivier is vrij eenvoudig. Je wacht tot het laag water is, en je laat je boot met het opkomende getij landinwaarts spoelen. Als je terug wil, wacht je op ebtij, en daar ga je weer, richting Mechelen. Maar waar er geen getij is, daar moet je zelf zorgen voor drijfkracht. En die werd in de plaatselijke herbergen gevonden bij de boottrekkers, die via het jaagpad je schuit trokken tot in Brussel, tegen de stroom in. Het ambacht bleef bestaan tot in 1561, toen het kanaal Brussel-Willebroek werd geopend om te ontsnappen aan de tolgelden van Mechelen. Daarna werd de Zenne nog wel gebruikt voor transport, maar het vet was van de soep.
De Gildestraat geeft uit op de Weversstraat die we links zuidwaarts nemen. Het wordt weer wat landelijker hier, en dra gaan we over een brug over de Zenne. Wacht eens even? We lieten de Zenne daarstraks toch achter ons? Dit is een andere tak van de Zenne, snelstromend en meedogenloos gekanaliseerd in een betonnen goot. Dat is de reden waarom er daarstraks zo weinig spoed zat op het kronkelende water? De watermassa gaat hierdoor.
Over de brug legt de gemeente een nieuw jaagpad aan. Het is nog niet af. Voor kwieke wandelaars is het al te gebruiken, zo niet moet je langs de parallel lopende Zennestraat. Over de rivier zie je grijze metalen machinerie opdagen. Dat is de splitsing tussen de oude Zenne en de moderne riviergoot. Het waterdebiet in beide kan worden geregeld. Nog verder komen we in de dorpskern van Eppegem terug. Hier staat de sierlijke kerk, met wat horeca en winkels errond. Heel wat meer dan in Weerde. De kern ligt net naast de oeroude steenweg van Vilvoorde naar Mechelen. Druk, maar we hoeven hem niet over te steken. We komen over de brug, nu modern, maar ooit het centrum waar die bewuste boottrekkers hun klanten afwachtten.
Nog iets verder zijn we in de stationsbuurt. Het stationnetje van Eppegem is mooi onderhouden, er huist nu een ijssalon. Een plek om even uit te blazen alvorens weer naar Brussel te sporen. Er zijn minstens drie treinen per uur.
> Nick Trachet trekt zes weken lang met het openbaar vervoer naar verborgen plekjes.
Le trajet de Trachet
Lees meer over: Samenleving , Le trajet de Trachet
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.