Stonemanor Kortenberg c Saskia Vanderstichele

Op vadrouille met Nick Trachet naar Kortenberg

Nick Trachet
© Brussel Deze Week
20/08/2014

Bus 358 rijdt van Brussel naar Leuven. U kunt hem nemen aan het Noordstation of – bijvoorbeeld – aan het Meiserplein. Vandaar tuft hij dan over de kaarsrechte Leuvensesteenweg. U stapt af aan een halte in Kortenberg die de lieflijke naam ‘Rijkswacht’ draagt.

U kunt ook de boemeltrein naar Leuven nemen en in station Kortenberg afstappen. Dan loopt u de Stationsstraat naar beneden en komt u ongeveer op hetzelfde punt uit, maar dan moet u nog de drukke steenweg oversteken, geen sinecure!

Door de Karterstraat, die momenteel openligt voor wegenwerken, stapt u zuidwaarts, weg van de drukte. Enkele tientallen meters voorbij het eerste kruispunt (Minneveldstraat) vertrekt een smal straatje naar links, er staat een bordje bij met ‘abdij’ erop. Dit is ongeveer de laatste informatie die de gemeente ons zal geven op deze tocht. Natuurinformatie is er wel, over de aangelegde takkenwallen en bijenhotels, bijvoorbeeld, maar geen plan. Via dat wegje komen we in een sfeervol park. Er staan vroeg twintigste-eeuwse gebouwen van een voormalig klooster, maar de site is historisch belangrijker dan dat.

IJskelder
Kortenberg ligt precies halfweg tussen Brussel en Leuven, de nieuwe en de oude hoofdstad van het hertogdom Brabant. In het benedictinessenklooster dat hier vroeger stond, ondertekende hertog Jan II in 1312 de Keure van Kortenberg, de ‘Magna Charta van de Lage Landen’.

Door dit document erkende de hertog de grondrechten van zijn volk en ontstond er een ‘parlement’ met leden van de adel en – vooral – van de steden die toezicht moesten houden op de toepassing van het verdrag. Deze raad vergaderde van dan af in Kortenberg. Het was de voorloper van de moderne grondwet. Nergens in het park ook maar een paneeltje dat hieraan herinnert!

We zien een stukje ruïne, misschien van de oude abdij, en dan een lange vijver met uitbundige zomerbloemen en waterdieren. Ik liep aan de wilde zuidkant langs het water. Hier en daar staan wat vreemde kunstwerken en achteraan de vijver gaat een paadje het park uit, het bos in. Dit zou het Plantsoenbos moeten zijn. Ook hier weer nauwelijks oriëntatie mogelijk.

Ik loop langs de zandheuvel verderop die onder de beuken en (Amerikaanse) eiken verscholen gaat. Ik ontmoet wat vriendelijke joggers en fietsers, verder is het hier rustig. Ik zie een kapelletje met tags besmeurd op het hoogste punt en dan, in de neerwaartse helling, een deurtje dat naar de ondergrond leidt. Zonder twijfel is dit een ijskelder en dan kan een kasteel niet veraf zijn. Beneden aan de heuvel kom ik inderdaad aan een schilderachtige dreef met linden er langs (Prinsendreef). Ik sla rechtsaf en zie zo de stallingen en dan het stijlvol kasteel van de prinsen de Merode. Er is niemand thuis.

Londense taxi
Iets verder aan een rondpunt staat het imposante Biesthof dat teruggaat tot de vijftiende eeuw. Het was lang een pachthof van de Merode, ooit zelfs met brouwerij, maar nu is het een woonhuis. Aan de overkant van de Steenhofstraat was vroeger de melkerij van het kasteel. Vandaag is deze plek echter een stukje Engeland: ‘Stonemanor’ (‘Steenhof’ in het Engels). Het is beroemd bij alle Angelsaksische expats van België en ver daarbuiten. Het is een supermarkt, al zou je dat zo op het eerste zicht niet zeggen, want het is pudiek teruggetrokken achter een witgekalkte muur en de oude melkerijgevel.

De naam Stonemanor en de rode Britse telefooncabine voor de deur geven de ware aard van het gebouw prijs. Daarenboven doet de baas boodschappen in een opvallende Londense taxi. Binnen kunt u magazines, schoonmaakproducten van Britse oorsprong (carbolzeep!) of Melton Mowbray pasteitjes kopen, dikke groene erwten in blik of pork scratchingsn naast ales, cider en HP-saus. “Vaut le voyage,” zouden ze in Groot-Brittannië zeggen.

Origineel torentje
Ik stap binnen in de tearoom naast de deur. Ook hier ademt alles het oude Albion uit. U kunt er afternoon tea gebruiken met scones en clotted cream, terwijl de kinderen zoet zijn met een toast met bonen in tomatensaus. Ze schenken ook cider en Hobgoblin bier. Niet echt goedkoop, maar wel stijlvol en alles in het Engels. Het enige Nederlands en Frans vond ik op een waarschuwing in de toiletten, en daar stonden dan nog fouten in ook.

Wie het niet zo begrepen heeft op expats, loopt verder naar het centrum van het dorp, waar café ‘t Pleintje een terrasje biedt. Ook hier hoor ik Engels, maar dan met een zwaar Brabants accent. Een inboorling probeert wat uit te leggen aan een expat die blijkbaar ook trappist verkiest boven een Pimm’s N°1. Ik werp nog een blik op de dorpskerk met erg origineel torentje. De oudste delen zouden nog Romaans zijn.

Prinsendreef
Everberg is vooral bekend in België omdat men er stoute kinderen opsluit. Wie het Gesloten federaal centrum voor jongeren ‘De Grubbe’ wil zien, moet verder naar het zuiden zijn in de Hollestraat (de naam alleen al!), tegen de E40 aan.
Maar ik vind het genoeg voor een middag en trek via de Prinsendreef (echt mooi hoor) terug naar de Leuvensesteenweg, waar ook een bushalte is (halte Prinsendreef) op de weg terug naar Brussel. Nog een schilderachtige plek waar niets te zien viel.

Op vadrouille met Nick Trachet

Vaak gaan uitstapjes in het weekend naar verre oorden of grote bestemmingen, maar Nick Trachet blijft dichter bij huis. In de onmiddellijke omgeving van Brussel zocht hij enkele pareltjes uit, waar nog niemand in een reisbureau aan gedacht heeft.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Cultuurnieuws , Op vadrouille met Nick Trachet

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni