Paracommando's naar de rechter tegen zin op standbeeld Africamuseum

Vier verenigingen van voormalige paracommando's en oud-kolonialen spannen een proces aan om een tekst bij een standbeeld in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika aan te passen.

De verenigingen doen dat nadat het AfricaMuseum geweigerd had de tekst uit eigen beweging aan te passen. Volgens de verenigingen is de tekst "bijzonder misleidend en kwetsend", maar het museum zegt zich te baseren op de huidige historische kennis en open te staan voor verdere dialoog en discussie.

Voorwerp van discussie is een beeld dat met een doek werd bedekt en dat een Belgische paracommando voorstelt. Daarbij staat de tekst "Een Belgisch paracommando in Stanleystad in 1964 op het moment van de onderdrukking van de Simba-rebellen. De formele onafhankelijkheid van Congo in 1960 betekent niet onmiddellijk het einde van de buitenlandse tussenkomsten".

'Aantasting van de eer'

De vier verenigingen, de vzw Amicale Nationale Para-Commando Vriendenkring, de vzw Kring Officieren Para-Commando's, de vzw Cercle de la Coopération Technique Militaire en de vzw Fédération Royale des Chevaliers avec Glaives, struikelen over de eerste zin van de tekst en stellen dat die "bijzonder misleidend, kwetsend en een aantasting van de eer" van de toenmalige Belgische paracommando's is.

Volgens hen was de interventie van Belgische paracommando's in Stanleyville (het huidige Kisangani) in 1964, de zogenaamde operatie 'Rode Draak', een humanitaire operatie om gijzelaars te bevrijden. "Deze zin is historisch onjuist en doet geloven dat de humanitaire interventie van de Belgische paracommando's in Stanleyville in de Democratische Republiek Congo van 24 tot 29 november 1964 heeft geleid tot de 'verplettering' van de Simba-opstand die van 1961 tot 1966 zeer actief was in de DRC", klinkt het bij de verenigingen. "Maar er is helemaal geen oorzakelijk verband tussen deze gebeurtenissen en deze zin schaadt de eer van de paracommando's."

De vier verenigingen hebben nu minister Pierre-Yves Dermagne en staatssecretaris Thomas Dermine, beiden bevoegd voor wetenschapsbeleid, gedagvaard.