“Je komt er niet door gewoon wat vrouwen toe te voegen en dan eens goed te roeren - 'add woman and stir'.” Dat zegt politicologe Karen Celis over quota, in de aanloop naar de Genderweek van de Vrije Universiteit Brussel.
| Politicologe Karen Celis (VUB): “Quota kunnen in principe enkel witte, hoogopgeleide, linkse, heteroseksuele vrouwen ten goede komen.”
De Genderweek van de VUB overlapt deels met het festival Wowmen! van het Kaaitheater , en behandelt op en naast de campus niet alleen concrete onderwerpen als genderquota, ongewenste intimiteiten, of het gelijkheidsactieplan van de VUB, maar ook meer filosofische thema's als posthumanisme.
De week wordt georganiseerd door RHEA, het expertisecentrum Gender, Diversiteit en Intersectionaliteit, van de VUB. VUB-politicologe Karen Celis is covoorzitster van RHEA. Zij doet onderzoek naar diversiteit in de politiek en de kwaliteit van democratie vanuit het perspectief van gemarginaliseerde groepen. Celis schetst de contouren van de themaweek.
Misschien kan een korte definitie geen kwaad: 'gender' betreft de socioculturele aspecten van het man- of vrouwzijn, correct?
Karen Celis: Inderdaad. Waar sekse wijst op biologische kenmerken, is gender de sociale constructie van mannen en vrouwen die geënt wordt op die biologische categorieën: hoe we mannelijkheid en vrouwelijkheid invullen, wat we geschikt en gepast vinden voor mannen en vrouwen …
In de Genderweek zitten ook programma's rond zwart feminisme, de raciale oorsprong van 'fat phobia' of 'vetvrees', of zelfs dementiezorg. Als het gaat over dat snijpunt van verschillende vormen van uitsluiting en marginalisering heeft men het over Intersectionaliteit?
Celis: Klopt, gaandeweg ging de academische literatuur erkennen dat de categorieën 'man' en 'vrouw' geen homogene blokken zijn. Simpel gezegd: een hoogopgeleide, witte, heteroseksuele vrouw heeft een andere structurele positie in de samenleving dan andere, minder geprivilegieerde vrouwen.
Dus ook binnen de groep vrouwen heb je processen van privilegering en marginalisering, net zoals binnen de groep mannen trouwens: niet alle mannen zijn geprivilegieerd. Intersectionaliteit vat die complexiteit.In essentie gaat het over die processen van inclusie en exclusie, van privilegering en marginalisering. Die worden nooit door gender alleen bepaald, maar altijd ook door zaken als etniciteit, seksuele oriëntatie, fysieke en mentale capaciteiten, klasse en leeftijd.
Tijdens het eerste Wowmen! festival van het Kaaitheater zat u al in een debat over genderquota in de politiek. Ondertussen pleit u voor verdere stappen, voorbij die quota.
Celis: Toen werd er nog stevig gedebatteerd over het nut en wenselijkheid van quota in de politiek. Ondertussen zien we dat ze heel erg belangrijk zijn om meer diversiteit in de politiek te brengen, maar verre van voldoende. Samen met professor Sarah Childs van Birkbeck, University of London, heb ik het boek Feminist Democratic Representation geschreven, waarin we uitleggen wat er nog allemaal nodig is. Ten eerste is die intersectionaliteit van belang: de logica achter de quota gaat voorbij aan de diversiteit onder vrouwen.
"Er is een anti-gelijkheids- en een anti-genderbeweging op gang gekomen die genderstudies afdoet als ideologie en brainwashing van studenten."
Quota kunnen in principe enkel witte, hoogopgeleide, linkse, heteroseksuele vrouwen ten goede komen. Ten tweede kom je er niet met gewoon wat vrouwen toe te voegen en dan eens goed roeren - add women and stir. Ook de politieke agenda, de relaties tussen politici en tussen burgers en politici, de aard van de debatten moeten meer afgestemd raken op hoe vrouwen over hun politieke belangen denken.
Om daar iets aan te doen pleit u voor ingrijpende veranderingen in het politieke proces.
Celis: Het enige moment waarop politici nu verantwoording afleggen aan de burgers zijn de verkiezingen. Wij pleiten voor een proces met systematische momenten van overleg met en verantwoording ten aanzien van groepen die op een specifieke manier betrokken zijn bij een thema. Bijvoorbeeld over de hoofddoek, prostitutie of abortus.
Bij dat soort kwesties zou er in het parlement een uitgebreid moment moeten zijn waarbij politici beter geïnformeerd worden over hoe vrouwen, in al hun ideologische en intersectionele diversiteit, denken over die problematieken. Politici moeten die verschillende visies beter leren kennen, maar ook aanvoelen, er zich aan blootstellen. Wanneer ze hun beslissing genomen hebben, zouden ze die ook moeten uitleggen aan die vrouwen en verdedigen waarom dat de beste beslissing is. Ze moeten dan ook luisteren naar de eventuele kritieken van vrouwen, of hun lof natuurlijk.
Bij uitbreiding kan je dat soort momenten van beter informeren en rechtstreeks verantwoording afleggen ook voor andere gemarginaliseerde groepen organiseren. Dat zou de kloof tussen politiek en burgers kunnen helpen dichten. Het voordeel ten opzichte van de introductie van willekeurig samengestelde burgerpanels in de politiek is dat de mensen op wie de betreffende wetgeving van toepassing is ook het meest gehoord zullen worden.
Strategieën tegen anti-gendercampagnes is ook een van de thema's tijdens de Genderweek. Ook uw onderzoeksdiscipline ligt onder vuur.
Celis: Er is een anti-gelijkheids- en een anti-genderbeweging op gang gekomen die genderstudies afdoet als ideologie en brainwashing van studenten. Dat mensen die onderzoek doen naar ongelijkheden als gevaarlijk worden gezien en bekampt worden, is iets waar we het over moeten hebben, want om op langere termijn gelijkheid te realiseren heb je kennis over gender en intersectionaliteit nodig.
Genderweek. Tot 13 maart 2020
www.vub.be/gender-week
Lees meer over: Brussel , Samenleving , genderweek , Karen Celis , VUB , wowmen!-festival , politicoloog , feminisme , quota
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.