Brussels staatssecretaris voor Stedenbouw en Erfgoed Pascal Smet (Vooruit/One.brussels) toonde zich donderdag bij de voorstelling verheugd over het "genuanceerd verslag" van de werkgroep voor de dekolonisatie van de openbare ruimte in het Brussels Gewest, die hijzelf in het leven had geroepen op vraag van het Brussels Parlement.
Smet hoopt dat parlement tegen zomer conclusies trekt rond dekolonisatie
Voor Smet is het thema van de kolonisatie en dekolonisatie een erg belangrijk maatschappelijk debat. "We moeten niet enkel kijken naar het verleden, we moeten ook in het reine komen met dat verleden", aldus de one.brussels-Vooruit-staatssecretaris.
Hij benadrukte dat de werkgroep in strikte onafhankelijkheid heeft kunnen werken, zonder politieke inmenging. De werkgroep bestond uitsluitend uit academici en vertegenwoordigers van het (Afrikaanse) middenveld. Ze werden enkel bijgestaan door specialisten van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Brussel Mobiliteit, Brulocalis en Urban.brussels.
Actieplan
"Het is nu nog niet aan de regering om op basis van dit rapport en de aanbevelingen om conclusies te trekken", benadrukte Pascal Smet. Eerst is het nog aan het parlement en de burgers om het debat te voeren. Smet hoopt dat het Brussels Parlement tegen de zomer zijn conclusies zal voorleggen aan de regering, mogelijk in de vorm van een resolutie. Op basis daarvan zal de regering een actieplan opstellen en uitvoeren. Pascal Smet hoopt dat de regering tegen eind dit jaar een akkoord heeft.
Het verslag van de werkgroep zal ook overgemaakt worden aan de bijzondere Congo-commissie in de Kamer. Die zal de leden van de werkgroep wellicht uitnodigen voor een hoorzitting, voegde Smet er nog aan toe.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , dekolonisatie , Pascal Smet