Tien procent meer leefloners in 2011

Terwijl de beroepsactieve bevolking met drie procent groeide, steeg het aantal leefloners in die leeftijdscategorie met 10 procent, blijkt uit de Welzijnsbarometer van Brussels Observatorium voor Gezondheid en Welzijn.

Het aantal mensen afhankelijk van een werkloosheidsuitkering nam wel af met drie procent en bij de 18- tot 24-jarigen met acht procent. Dat is voornamelijk te verklaren door de spectaculaire stijging van de uitkeringen het jaar voordien (met elf procent), in volle economische crisis.

"Die twee groepen zijn niet los van elkaar te zien", zegt Sarah Luyten van het Observatorium aan brusselnieuws.be. "De mensen die uit de groep werkloosheidskeringen verdwijnen hebben soms effectief werk gevonden, maar gaan soms ook richting leefloon. Of ze verdwijnen uit de statistieken."

Studenten met leefloon
Bij de jongeren leeft 18 procent van een uitkering of leefloon. Het aantal 18- tot 24-jarigen bij het OCMW steeg met 9 procent. "De sterkst stijgende groep binnen de mensen met een leefloon zijn de jongvolwassen studenten", zegt Luyten. Een derde van de leefloners is student tussen 18 en 24 jaar. "Maar ook de niet-studerende jongeren doen vaker een beroep op het OCMW, vaak dan binnen een traject van socioprofessionele inschakeling."

Verwacht wordt dat de nieuwe wetgeving die de wachttijd voor jongeren verlengt tot 12 maanden, voor een extra stijging van het aantal leeflonen zal zorgen.

In Brussel leeft in totaal 4,9 procent van de bevolking van een leefloon of equivalent; in Antwerpen is dat 2,3 procent.

Sociale mobiliteit
Het rapport besluit dat de armoede in Brussel de laatste jaren op een relatief stabiel niveau blijft. Die armoedecijfers liggen wel zeer hoog. "28 procent van de Brusselaars komt rond met een inkomen onder de armoedegrens. Een vierde van de baby's wordt geboren in een huishouden zonder inkomen uit arbeid", klinkt het.

"Het tekort aan sociale huisvesting is opgelopen tot 79 procent, en bijna 18 procent van de leerlingen heeft bij aanvang van het eerste jaar secundair onderwijs al minstens twee jaar schoolachterstand." Dat laatste cijfer schommelt sterk, afhankelijk van de welvaart in de gemeente. In Sint-Joost is dat bijvoorbeeld bijna dertig procent, in de gemeente van de rijkere tweede kroon schommelt het percentage rond de 10 procent (zie grafiek onder het artikel).

De cijfers kunnen niet los gezien worden van de demografische groei, meent het Observatorium. Er is immers een continue instroom van nieuwe inwoners in een kwetsbare situatie. "Maar met onze meetinstrumenten kunnen we niet nagaan of een andere groep inwoners tegelijk sociaal opklimt", zegt Luyten. "Aan verschillende universiteiten loopt momenteel onderzoek naar die mogelijke sociale mobiliteit in Brussel."

In december wordt ook een Brussels actieplan tegen armoede voorgesteld.