VUB en ULB manen regering aan tot actie: 'Djalali sterft door foltering'

In een brief aan minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) en premier Alexander De Croo (Open VLD) dringen de VUB en de ULB erop aan om actie te ondernemen voor gastdocent Ahmadreza Djalali. De Zweeds-Iraanse onderzoeker dreigt in Iran geëxecuteerd te worden. "Hij riskeert al te sterven door aanhoudende mishandeling nog voor zijn executie."

Ahmadreza Djalali, professor in de rampengeneeskunde, vierde in januari zijn 49e verjaardag in de isoleercel in Iran. Al bijna vijf jaar houden de Iraanse autoriteiten hem gevangen. Djalali werd er tijdens een werkbezoek opgepakt op verdenking van spionage. Hij werd veroordeeld tot de doodstaf. Al maanden en jaren ijveren mensenrechtenorganisaties, maar ook de VUB en zelfs het Parlement voor zijn vrijlating.

Nu er opnieuw onheilspellende berichten over zijn toestand verschijnen, schreven VUB-rector Caroline Pauwels en haar collega-rector Annemie Schaus (ULB) een brief aan Wilmès en De Croo. Daarin vragen ze dringende aandacht voor de situatie van de wetenschapper, die gastlessen gaf in de Brusselse universiteiten. De brief werd mee ondertekend door Amnesty en volgt enkele dagen na de alarmbel van de VN.

Mishandeling in isolatiecel

“We vrezen dat de situatie onhoudbaar is geworden", klinkt het in de brief. "De man riskeert te sterven als gevolg van de foltering en mishandeling waaraan hij wordt onderworpen, nog voordat hij zou worden geëxecuteerd. Djalali spendeerde de afgelopen vier maand in een kleine isolatiecel. Hij heeft er enkel een dekentje om op te slapen. Men schijnt elke dag 24 uur lang licht op hem om hem wakker te houden. De hele tijd is er de dreiging van executie."

De ondertekenaars manen de Belgische overheid aan er alles aan te doen om Djalali vrij te krijgen. “We vragen u met aandrang om uw inspanningen te bestendigen en te versterken, gezien de urgentie van Djalali’s situatie. Alleen dan zullen we als burgers en politici van dit land kunnen zeggen aan zijn echtgenote Vida en aan hun kinderen - en hopelijk ook aan Ahmadreza zelf - dat België alles heeft gedaan wat het kon.”