Review
Score: 3 op 5

'Quand vient l’automne': François Ozon mocht wat meer peper gebruiken

Niels Ruëll
© BRUZZ
09/10/2024

Op moord, familievetes, clangedrag en het wildplukken van paddenstoelen staat geen leeftijd. François Ozon heeft al betere films gemaakt, maar Quand vient l’automne is niet verkeerd.

Een film per vier seizoenen: dat onwaarschijnlijke tempo houdt François Ozon al een kwarteeuw vol en zijn eerste echte slechte film is weer met minstens een jaar uitgesteld.

Quand vient l’automne is misschien geen Frantz, Grâce à Dieu of 8 femmes, maar de film net gemeen en ambigu genoeg om te overwegen op een druilerige herfstdag die met een bioscoopbezoek zou kunnen worden opgesmukt.

De film is zonder betutteling, idealisering of aarzeling opgehangen aan twee actrices op leeftijd: Hélène Vincent en Josiane Balasko. Ze spelen elkaars door het leven niet gespaarde vertrouweling en voornaamste verweer tegen eenzaamheid in een dorp in de Bourgogne.

Een wildpluk van bospaddenstoelen zet hun herfstdagen in lichterlaaie. Heeft Michelle (Vincent) haar ondankbare dochter (Ludivine Sagnier) die haar zo weinig contact met haar kleinzoon gunt, per ongeluk of opzettelijk vergiftigd met een paddenstoelengerecht? En wat met de pas vrijgekomen zoon van Marie-Claude (Balasko)?

Er valt na een gezapig begin meer dan één dode, maar reken niet op een heldere uiteenzetting van de ware toedracht. Het blijft bij lonken naar de misdaadromans van Georges Simenon of de psychologische thrillers van Claude Chabrol. Dat is ergens jammer, want de film kan echt wel wat peper gebruiken. Anderzijds maakt de doelbewust gecreëerde ambivalentie samen met de rijke thematiek het verschil met de middenmoot.

Een mens is nooit te oud om te leren, noch om te leven en te zondigen.

Quand vient l'automne is vanaf vandaag te zien in de filmzalen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni