De Munt neemt de filmklassieker Fanny and Alexander van Ingmar Bergman onder handen. Het verhaal vol illusies en hersenspinsels blijft ook op scéne moeiteloos overeind.
'Fanny and Alexander' werkt net zo goed op het zwarte vlak als op het witte doek
De opera Fanny and Alexander opent met een feestelijke bühne, vol nordmannsparren gepropt, twee chique kroonluchters aan het plafond. Wie Ingmar Bergmans gelijknamige film heeft gezien, weet echter dat de familie Ekdahl niet lang in dat feeërieke decor blijft rondhangen. Vader Oscar overlijdt, moeder Emilie hertrouwt met de autoritaire bisschop die de titulaire kinderen streng – zeer streng – onder de knoet houdt … tot familievriend Isak hen redt door Fanny en Alexander mee te smokkelen en in zijn curiositeitenkabinet schuil te houden.
Componist Mikael Karlsson weet die verschillende plekken elk een geheel eigen karakter te geven. Baden de eerste scènes nog in een weelderige orkestratie met volle strijkersklanken, dan is de omgeving van de bisschop er eentje van hoekige melodieën waar Karlsson karig is met muzikaal materiaal. In de illusionaire wereld van Isak spelen tientallen in de zaal verstopte luidsprekers dan weer de hoofdrol. Klanken lijken daardoor alle kanten uit te stuiteren. Je weet niet welke partijen er uit de orkestbak komen en welke uit de speakers, waardoor je als toeschouwer helemaal mee in de hersenspinsels betrokken raakt.
"Fanny and Alexander is een verhaal vol curieuze, raadselachtige tableaus. Door acteurs te bevriezen in de actie, stuurt Ivo van Hove je blik in alle tumult telkens weer naar de essentie"
Al komt die geslaagde differentiatie evenzeer op het conto van het artistieke team rond Ivo van Hove. Met spiegelwanden en zijn typerende video-ingrepen, weet de regisseur met weinig materiaal frappante theaterruimtes te creëren. Wanneer de pater familias neerzijgt op een wit doek, schept Van Hove via een overheadcamera en de reflecties langs weerszijden een klinisch decor. Wanneer het lijk vervolgens in het zwart gewikkeld wordt, wordt datzelfde toneel meteen een duistere, beklemmende kubus.
Sterrencast
Toch is Van Hoves strafste verwezenlijking hoe hij dit geheel overzichtelijk houdt. Fanny and Alexander is een verhaal vol curieuze, raadselachtige tableaus. Waar veel gebeurt – of in de hoofden van de personages lijkt te gebeuren. Door acteurs te bevriezen in de actie, stuurt hij je blik in alle tumult telkens weer naar de essentie.
In dat brandpunt staat dan ook nog eens een topcast te fonkelen. Wereldster Thomas Hampson is met zijn macabere bariton een verrukkelijke bisschop, Sasha Cooke evolueert als Emilie Ekdahl van vrolijk lumineus naar verkrampt angstig, en contratenor Aryeh Nussbaum Cohen vertolkt de mysterieuze, angstaanjagende Ismaël met een ongelofelijke puissance. Maar vooral Jay Weiner, in de titelrol van Alexander, verdient twee enorme pluimen: zangtechnisch én voor zijn acteursspel. Zowel de ondeugende scènes waar hij lustig obsceniteiten mag slingeren als Alexanders ijzingwekkende mishandeling zinderen lang na.
Aan het einde van de opera zijn de Ekdahls opnieuw in een uitzinnige feeststemming. Daar vervaagt voor de laatste keer de grens tussen toneel en toeschouwer, tussen feit en fictie. Want ook in de zaal wordt jubelend gereageerd op Fanny and Alexander. Royce Vavrek, Mikale Karlsson, Ivo van Hove en Ariane Matiakh hebben de Bergman-bron liefdevol en vakkundig tot een intrigerend totaalspektakel gekneed.
Gezien op 1/12 in De Munt. Opvoeringen nog tot 12/12, meer info op demunt.be
Lees meer over: Brussel , Muziek , Podium , Fanny and Alexander , Ingmar Bergman , De Munt , review