Zowel Wim Vandekeybus als zijn gezelschap Ultima Vez associeer je met veelheid. Wat geeft dat dan wanneer het uitgangspunt van de nieuwe danscreatie de leegte is? Nog altijd héél veel.
Wim Vandekeybus toont in zijn nieuwe dansvoorstelling 'Void' nog altijd heel veel
In een van de vele scènes in Void loopt een man (de Duits-Finse danser Adrian Thömmes) behoedzaam zijn evenwicht bewarend over een opgerold wit doek dat langgerekt en in lange lijn op de scène ligt. We vernemen dat hij een loner is die New York heeft ingeruild voor de ‘lege ijskast’ Finland. Het eerst aarzelende, dan wat zelfzekerdere getrippel over die witte strook volstaat om het beeld op te roepen van iemand die zich op glad ijs begeeft, over een dunne richel loopt, of zich overeind houdt op een ponton op het water.
Wim Vandekeybus interpreteert de ‘void’ of de ‘leegte’ als de rafelrand waar de misfits, de outcasts en outsiders, de eigenzinnigen en de verschoppelingen zich staande houden. Je kan in de dansers eventueel een zwerver, een godsdienstwaanzinnige, een verveelde puber, of een prostituee herkennen. Void stuurt - zoals Vandekeybus’ intuïtie eigenlijk meestal doet - weg van de norm. De voorstelling is een hommage aan degenen ‘who will never fit in’, maar die innerlijk iets uitzonderlijks te bieden hebben. "I want to see what is inside you," roept danseres Paola Taddeo, en ze haalt prompt een mes boven voor een intieme dissectie, waarna een nieuwe scène volgt op het scherpst van de snee.
Voor de echte leegte is Vandekeybus dus nog niet klaar, en dat zou ook zonde zijn. Want 'Void' zit vooral tjokvol indrukwekkende dans van buitengewone performers
Void is dus zeker geen stille, donkere, kale, minimalistische dansvoorstelling. De podiumruimte is inderdaad gestript, en van filmschermen, sculpturale decorstukken, kostuumwissels of literaire teksten die om de aandacht vechten, is geen sprake. Maar zoals Shakespeares alchemist Prospero roept Vandekeybus voor de duur van de voorstelling van alles op uit het niets. Met props die desnoods in de wandelgangen of uit het rekwisietenkot zijn opgescharreld, toveren de dansers fascinerende, intense, hachelijke of humoristische scènes tevoorschijn. Een banaan, een stapel borden, een kartonnen doos, een zeil of geinige geluidseffecten - ze doen allemaal hun werk.
Voor de echte leegte is Vandekeybus dus nog niet klaar, en dat zou ook zonde zijn. Want Void zit vooral tjokvol indrukwekkende dans van buitengewone performers (naast Thömmes en Taddeo ook Cola Ho Lok Yee, Iona Kewney, en Hakim Abdou Mlanao en Lotta Sandborgh). Virtuoze, elegante, sensuele of bizarre bewegingen die zij soms solo en haast en passant demonstreren, maar ook groepsequenties die vintage Ultima Vez zijn, en nooit zullen vervelen. Elkaar vastgrijpen, elkaar bespringen, met elkaar gooien, elkaar omklemmen, in elkaar schuiven tot één lichaam en weer uit elkaar spatten: het is allemaal zo brutaal, vrijpostig, lenig, krachtig, sexy en respectvol.
Een enkele keer wordt het wat rommelig, en kan zelfs een funky flard ‘I love the sound of breaking glass’ van Nick Lowe de boel niet bijeenvegen. Maar als de dans ook nog eens luistert naar de boeiende score, waarin Arthur Brouns en Lander Gyselinck ritmes uit de New Yorkse jazz laten rijmen met de doodsreutel van een kapotte machine of een uit de hengsels gelichte drumsolo, giert de adrenaline soms door de zaal.
Lees meer over: Brussel , Podium , Void , Wim Vandekeybus , Ultima Vez , review