Brusselaar John Lelangue groeide op met een vader die sportbestuurder van Eddy Merckx was. Hij speelde als kind veel met diens zoon Axel, maar ambieerde zelf nooit een sportieve carrière. "Ik wilde manager worden." Nu leidt hij Lotto-Soudal, een van de drie Belgische ploegen die deelnemen aan de Tour de France.
John Lelangue: 'Tour-renners zijn een voorbeeld voor Brusselse jongeren'
Wie is John Lelangue (48)?
- Geboren in Ukkel als zoon van Bob Lelangue, de ploegleider van Eddy Merckx
- Werkte jarenlang voor Tourorganisator ASO en de internationale wielerbond UCI
- Was teammanager van Team Phonak en Team BMC
- Organiseerde mee het WK wielrennen in Qatar
- Nu algemeen manager van Lotto-Soudal
- Woont in Elsene
Symboliek, jubilea en bijzondere kruisverbanden, daar houden de Fransen van de ASO, de organisatie van de Tour de France, wel van. Dat Eddy Merckx vijftig jaar geleden hun ronde voor het eerst won en dat ze daarom dit weekend terugkeren in ‘zijn’ Brussel, mag inmiddels geweten zijn.
Maar er zijn meer mensen voor wie deze Brusselse Grand Départ bijzonder is. John Lelangue (48) heeft niet alleen een goede band met Eddy Merckx, hij rijdt in Brussel ook een thuiskoers. Na 24 jaar omzwervingen over de hele wereld, keerde hij afgelopen jaar terug naar zijn geboortestad voor zijn nieuwe job als algemeen manager van de Belgische wielerploeg Lotto-Soudal.
"Het is wel een beetje raar om nu hier te starten met de Tour," zegt hij, beseffend hoe opmerkelijk het is dat de Tour uitgerekend nu hij terug in de stad is in Brussel start. "Ik ben opgegroeid in Sint-Genesius-Rode en Ukkel, altijd naar school gegaan in Brussel en begonnen met te werken in Brussel. Daarna heb ik onder meer in Parijs, Monaco, China, Zwitserland en Qatar gewoond. Afgelopen winter keerde ik terug in Brussel. Samen met mijn vrouw, die Parijse is, ben ik in de Châtelain-wijk gaan wonen. Ze zegt dat Brussel haar veel aan Parijs doet denken."
Als Brusselse wielerliefhebber wordt u blij van de Grand Départ in uw stad. Waarom zouden andere Brusselaars dat ook moeten zijn?
JOHN LELANGUE: De Tour geeft een stad een unieke kans om zichzelf te tonen aan de rest van de wereld. De beelden die mensen te zien krijgen, tonen de hele stad, niet alleen de Grote Markt. Alleen met de Tour krijg je de kans om zoveel van je stad te laten zien.
Andere sportevenementen beperken zich vaak tot het stadion waarin ze plaatsvinden. Daarnaast denk ik dat de aanwezigheid van de wielrenners in de stad een voorbeeld kan zijn voor jongeren. Zij zien Peter Sagan of Tim Wellens van dichtbij, gratis, en denken: “Dat wil ik ook.” Maar ook voor de promotie van fietsen op dagelijkse basis in Brussel is de Grand Départ goed. De Tour fietst nu twee dagen door Brussel, maar gewone mensen kunnen dat 365 dagen per jaar doen. En dan spreek ik nog niet over de economische impact.
"Toen we jong waren, zat ik bij het voetballen al aan de zijnlijn als trainer."
Dat kost ook wat. 10 tot 15 miljoen euro, naar verluidt. Is het dat waard?
LELANGUE: Ik denk van wel. In de week dat de Tour hier is, kun je, niet alleen op het vlak van imago, maar zeker ook op commercieel vlak dat geld terugverdienen. Niet alleen de organisatie verblijft hier een week, ook ploegen, journalisten en fans. Dat levert allemaal geld op. Ook de organisatie zelf betaalt voor de hotels. Het is niet voor niets dat veel steden die al een Grand Départ georganiseerd hebben, zich opnieuw kandidaat stellen.
Waarom is het zo duur om een Grand Départ binnen te halen?
LELANGUE: De Tourorganisatie brengt alle materiaal mee: VIP-bussen, hekken, de ploegen en nog veel meer. Ondertussen krijgt de stad of provincie een unieke kans om zichzelf te tonen.
Wat is uw rol tijdens de Grand Départ? Want u zit als algemeen manager niet in de ploegleiderswagen om tactische instructies te geven.
LELANGUE: Als CEO heb ik de globale coördinatie in handen: sportief, administratief, communicatief en ook de marketing. Vergelijk mijn rol met die van Michael Verschueren bij Anderlecht. Ik zet de grote lijnen uit: ik stel de ploeg samen in overleg met de trainers en ploegleiders, overleg met sponsoren en werk de marketing uit. Maar ik bemoei mij niet met de tactische beslissingen tijdens de wedstrijd, dat is aan de ploegleiders.
Opvallend: u hebt die rol ook jarenlang bij de wielerploegen BMC en Phonak vervuld, maar u hebt nooit zelf professioneel gekoerst. Waarom niet?
LELANGUE: Ik wilde altijd al liever de manager of trainer zijn dan zelf te sporten. Ik ben opgegroeid met een vader die sportdirecteur was van Eddy Merckx. Als ik samen met zijn zoon Axel ging voetballen, zat ik aan de zijkant als trainer. Ik had nooit de goesting om op het veld te gaan staan. Ik heb wel gekoerst, maar mijn interesse lag veel meer in de organisatie, de logistiek of het management.
Hoe was het om op te groeien in de nabijheid van Eddy Merckx?
LELANGUE: Ik zag Eddy niet zozeer als de sportheld. Hij kwam bij ons thuis en we gingen met hem en zijn gezin op vakantie. De structuur van ploegen was toen nog helemaal anders: de service course (de opslagruimte voor wielerteams, red.), met twee ploegleidersauto’s en reservewielen, was gewoon bij ons thuis in Sint-Genesius-Rode in de garage. Bussen of camions hadden ze niet. Als ze naar een koers in het buitenland moesten, verzamelden ze eerst bij ons thuis. Er was koffie en cake en daarna vertrokken ze. Daarin ben ik opgegroeid.
"Ik zag Eddy niet zozeer als de sportheld. Hij kwam bij ons thuis en we gingen met hem en zijn gezin op vakantie."
Hoe is uw relatie met Eddy Merckx nu?
LELANGUE: Vooral mijn vader ziet hem nog regelmatig. Zelf had ik veel contact met hem toen ik in Qatar zat (Merckx was medeorganisator van de Ronde van Qatar, red.). Eddy’s reputatie wereldwijd is ongekend. Toen ik in 2001 met hem voor het eerst in Qatar kwam, kende iedereen hem daar ook. 2001 hé, toen sprak niemand hier in West-Europa over dat land. Ik wist zelfs nog niet hoe ik Qatar juist moest schrijven.
Is hij voor u de grootste ooit?
LELANGUE: Absoluut. Niet alleen sportief, maar ook daarbuiten. Hij heeft een enorme wil om de beste te zijn. Dat is essentieel om succesvol te zijn. Niet alleen op de fiets, maar ook daarnaast is hij een groot kampioen.
Gelukkig voor het huidige peloton, doet Eddy dit weekeinde niet mee. Met Caleb Ewan hebben jullie een van de topfavorieten voor de eerste etappe en dus de eerste gele trui. Staat alles bij jullie in het teken van die eerste rit?
LELANGUE: Goh, we hebben vertrouwen, maar we zijn niet de enige ploeg met een goede sprinter. We hebben alles gedaan wat we moesten doen als voorbereiding met onze nieuwe sprinter. Vanaf het eerste trainingskamp in december is hij bezig geweest met zijn teamgenoten en het op punt stellen van de leadout-trein. Inmiddels heeft hij al een aantal overwinningen geboekt. Hij gaat met vertrouwen naar de Tour.
Ewan vindt met die licht oplopende aankomst voor het Koninklijk Paleis toch een aankomst op zijn maat?
LELANGUE: Ik denk dat Ewan bij de vijf snelste renners hoort. Voor ons zou het veel impact hebben om, als Belgische ploeg, niet ver van de hoofdzetel van onze hoofdsponsor, de gele trui te kunnen pakken. Maar de koers moet eerst gereden worden.
Brussels Grand Départ
Lees meer over: Brussel , Sport , Brussels Grand Départ , Tour de France , Le Grand Départ , john lelangue , Eddy Merckx , Ronde van Frankrijk
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.