Hij komt uit Evere en wil volgend jaar in Parijs, tijdens de Olympische Spelen, zijn bijnaam 'The Wall' alle eer aandoen: Vincent Vanasch is een man met een plan en 's werelds beste hockeykeeper. “Vroeger was ik een verlegen jongetje, nu sla ik met mijn stick op mijn beenbeschermers om de tegenstander te intimideren.”
| Hockeykeeper Vincent Vanasch: ‘Mijn ambitie? Opnieuw goud halen op de Olympische Spelen.’
Wie is Vincent Vanasch?
- Geboren in Evere, woont in Wezembeek-Oppem
- Kreeg de passie voor hockey door van zijn vader
- Geeft met The Wall Academy trainingsstages voor beginnende hockeyspelers
- Keeper bij de Red Lions, werd met dat team wereldkampioen (2018), Europees kampioen (2019) en olympisch kampioen (2021)
- Speelt bij Royal Orée in Sint-Pieters-Woluwe
De Thibaut Courtois van het Belgische hockey, zo kan je Vincent Vanasch gerust noemen (als je de huidige controverse rond die eerste even wegdenkt). De Brusselaar is sinds jaar en dag het betrouwbare sluitstuk van het nationale hockeyteam, de Red Lions, en is net zoals zijn tegenhanger in het voetbal al meerdere keren tot beste keeper ter wereld uitgeroepen. Ze delen ook dezelfde bijnaam, in verschillende talen: Courtois is 'El Muro', Vanasch 'The Wall'. “Klinkt beter dan 'De Zeef', toch?” grijnst die laatste in het clubhuis van zijn club Royal Orée, in Sint-Pieters-Woluwe. “We komen ook goed overeen, doelmannen onder elkaar. Die vriendschap is gegroeid vanaf 2016, toen hij ons parcours met de Red Lions volgde tijdens de Olympische Spelen in Rio. We sturen regelmatig berichtjes en hij nodigt me ook wel eens uit voor belangrijke matchen, in de Champions League bijvoorbeeld.”
“Mijn vader houdt nog altijd zowat alles over mijn carrière bij in de garage. Het begint stilaan op een museum te lijken”
Vanasch zit er al okselfris en monter bij na een stevige training, hoewel we even daarvoor met eigen ogen konden zien hoe hij allesbehalve gespaard werd. De training duurde een halfuur langer dan voorzien, waarbij zijn ploegmaten maar ballen op hem af bleven vuren. Het toont misschien de ambitie die Vanasch probeert over te brengen op zijn nieuwe ploeg, met heel wat jonkies in de rangen. Na drie seizoenen bij een topclub in Duitsland, tekende hij een driejarig contract bij Royal Orée, tot 2026. Niet het minst om dicht bij zijn gezin te zijn, waarmee hij vlakbij in Wezembeek-Oppem woont.
“Ik wil hier mijn clubcarrière beëindigen,” zegt Vanasch, die eind december zijn 36ste verjaardag viert. “In die periode wil ik hier iets neerzetten en zorgen dat de jonge talenten blijven, om voor titels te strijden. Ik wil hier ten minste nog één keer Belgisch kampioen worden.” Het zou een zoveelste titel zijn op zijn al uitpuilende palmares. Het meest in het oog springend zijn de successen met de Red Lions. Met hen werd hij in een waanzinnige winning streak achtereenvolgens wereldkampioen (2018), Europees kampioen (2019) en Olympisch kampioen (2021). En, in tegenstelling tot bij Courtois op dit moment, blijft zijn relatie met de nationale ploeg opperbest. Vanasch zal normaal weer in doel staan op de Olympische Spelen van Parijs, volgende zomer. En in de zomer van 2026 wil hij op zijn 38ste zijn carrière met een knaller afsluiten op een WK dat deels in eigen land, deels in Nederland plaatsvindt.
Stevige concurrentie
“Dat WK is te mooi om te laten liggen,” zegt Vanasch. “Of ik dan echt nog in het doel zal staan, staat natuurlijk niet vast, dat is de beslissing van de coach.” Vanasch krijgt bij de nationale ploeg stevige concurrentie van de jongere Loic Van Doren, al ziet hij deze naar eigen zeggen eerder als een broer dan als een concurrent. “Ik geef hem zoveel mogelijk mijn ervaring door, wetende dat hij op een dag mijn plek tussen de palen zal innemen, maar natuurlijk blijf ik tot het einde van mijn loopbaan vechten voor mijn plek. Het vuur brandt nog altijd hevig.”
In zijn onlangs in het Nederlands verschenen biografie The Wall vertelt Vanasch hoe dat vuur in eerste instantie door zijn vader werd aangestoken. Jean Vanasch lag aan de basis van de jeugdafdeling van White Star, de hockeyclub in hun woonplaats Evere, en gaf de liefde voor de sport door aan zijn vijf kinderen. Al op zijn derde kreeg zoon Vincent zo de passie voor het spel te pakken. “Mijn vader houdt nog altijd zowat alles over mijn carrière bij in de garage. Het begint stilaan op een museum te lijken. Je mag er zeker van zijn dat dit interview er ook in komt.”
Nochtans zag het er lange tijd niet naar uit dat het vierde kind in het gezin Vanasch het ver zou schoppen in de sport. “Ik was een verlegen jongen en kampte met extra kilo's. Maar de sport heeft me veranderd. Ik ben wie ik nu ben door hockey.” De impressionante uitrusting van de keeper helpt daarbij. Met de lange beenbeschermers, de grote handschoenen en natuurlijk de helm met beschermrooster die de gelaatsuitdrukking van keepers maskeert. “Als ik die helm opzet, word ik iemand anders, een gladiator. Ik zorg dat ik zelfvertrouwen uitstraal naar mijn ploeg toe en probeer in het hoofd van tegenstanders te kruipen. Daarom sla ik bijvoorbeeld geregeld met mijn stick op mijn beenbeschermers en durf ook te schreeuwen na een redding. Sommigen zullen dat arrogant noemen, voor mij is dat trots. In België zijn we daar nog te voorzichtig in tegenover andere landen.”
Die gezonde arrogantie helpt Vanasch om tegenstanders in een stresskramp te doen schieten tijdens shoot-outs. Net zoals strafschoppenseries in het voetbal, beslissen shoot-outs in het hockey over winst en verlies als een wedstrijd in een gelijkspel eindigt. Aanvallers moeten dan alleen op de doelman af en hem in korte tijd verschalken. In de WK-finale van 2018 slaagden slechts twee van de zes Nederlanders daarin, wat de Red Lions hun eerste grote titel opleverde. In de olympische finale in Tokio hield hij drie op vijf shoot-outs uit zijn doel, met een gouden medaille als gevolg.
In zijn boek geeft Vanasch zijn geheim deels prijs. Omdat hij in zijn jeugd lang ook als spits speelde, weet hij perfect hoe aanvallers bewegen. “Ik steek ook veel tijd in videoanalyses van aanvallers. Net zoals voetbalkeepers spiekbriefjes op hun drinkfles hebben, plak ik er op mijn shoot-outstick.”
De bijnaam 'The Wall' kreeg Vanasch al tijdens zijn eerste Olympische Spelen, Londen 2012. “Tijdens een match tegen India stopte ik alles, de ballen leken in slow motion op me af te komen. Ik voelde gewoon dat ik niks binnen zou laten, zelfs al zouden we de hele dag door blijven spelen.”
Cruciale reddingen
Hij gebruikt de aantrekkingskracht van de naam nu ook om de volgende generaties hockeykeepers voor te bereiden. Met The Wall Academy organiseert hij trainingsstages voor jonge kinderen die later in zijn voetsporen willen treden. En dat is allesbehalve eenvoudig. “Het is een speciale plek in die goal, je mag geen fouten maken. Het is niet eenvoudig om zestig minuten de volle focus te behouden. Misschien raak je bijna de hele match geen bal, om dan in de laatste minuten cruciale reddingen te moeten maken. Ook op training moet je meteen scherp staan, want die ballen kunnen dodelijk zijn als je niet geconcentreerd bent.”
“Ik wil ook duidelijk maken dat hockey geen elitaire sport meer is, zoals nog te dikwijls gedacht wordt. Mijn eigen ouders waren niet rijk, we woonden met het gezin in een eenvoudig appartement in Evere. Het klopt dat veel Brusselse traditieclubs in rijkere gemeentes gevestigd zijn, zoals Ukkel, maar je hebt ook een topploeg in Molenbeek (Royal Daring, red.) waar onder meer Red Lion Victor Wegnez uit komt.”
Na zijn topsportcarrière wil Vanasch veel meer tijd in zijn academie steken, maar hij ziet ook een toekomst als hockeycoach. “Als keeper ben je op het veld sowieso al een beetje een tweede coach. Ik ben nu ook een cursus coaching aan het volgen. Misschien start ik als keeperstrainer, om dan door te groeien. Ik zal alleszins nooit een roeper worden. Eerder een rustige vaderfiguur, zoals Shane McLeod.”
De Nieuw-Zeelander McLeod is een sleutelfiguur in de successen van de nationale ploeg. In zijn biografie geeft Vanasch goed weer hoe hij telkens de juiste snaar wist te raken om zijn ploeg op scherp te krijgen voor belangrijke afspraken, met oneliners zoals “Don't be afraid to be great”. Dat drukte hij hen op het hart voor de olympische finale in Tokio.
Vanasch heeft ook troeven om een loopbaan op te bouwen buiten de hockeywereld. Hij is een gediplomeerd fysiotherapeut en geeft leiderschapscoaching aan mensen in de bedrijfswereld. Sowieso moet hij nog aan de bak na zijn topsportcarrière, want rijk word je niet van hockey. “Voetballers hebben drie nullen meer op hun loonstrookje,” zegt hij in zijn boek. “Inderdaad. Het zou meer mogen zijn, om met meer rust naar de toekomst te kunnen kijken, nadat je zovele jaren hebt geïnvesteerd in de nationale ploeg en de mooiste trofeeën hebt gepakt voor je land. Anderzijds kan ik nog altijd gewoon op restaurant gaan, wat voor een topvoetballer niet is weggelegd.”
5 augustus 2031
Hoewel hij vele mooie opties heeft voor een tweede loopbaan, zit de schrik om te stoppen er wel bij hem in, geeft hij toe. “De adrenaline en de emoties die vrijkomen tijdens wedstrijden kan je met niks vergelijken. Ik hoop om dat gemis een beetje te compenseren door bergen te beklimmen. Graag met enkele oude ploegmaten, die vrienden voor het leven zijn geworden. Opnieuw samen op avontuur.” Er is ook al een reünie gepland om met alle ploegmakkers van in Tokio nog eens de olympische winst te vieren. “Op 5 augustus 2031. Tien jaar later maar dezelfde dag, dezelfde tijd, dezelfde plaats.”
Maar eerst is er dus Parijs, volgende zomer. Volgens sommige critici wordt het moeilijk voor de Gouden Generatie om weer het hoogste doel te bereiken, omdat ze ondertussen een jaartje ouder wordt. “Maar we zijn niet te oud voor goud. We zijn ook volop jonge gasten aan het inpassen. We brengen op die nieuwe generatie de gewoonte over om te winnen. Toen we voor het eerst wereldkampioen werden, hebben we de natie geschokt. Nu verwacht iedereen dat we winnen. Maar die druk is geweldig, we houden ervan.”
In de biografie blijkt duidelijk dat Vanasch behalve een competitiebeest ook een zachte familieman is. Hij gooit met bloemetjes naar zijn vrouw Alexandra, die hij door het hockey leerde kennen, en schrijft met veel liefde over zoon Léo (5) en dochter Zazie (2). Toen zijn zoon Léo kort na de triomfantelijke terugkeer uit Tokio werd gediagnosticeerd met een zware ziekte, verdween die historische prestatie volledig naar de achtergrond. “Het gaat nu langzaam beter met Léo,” zegt Vanasch. “Zijn ziekte valt niet te genezen, maar hopelijk kunnen we het onder controle houden. Sowieso zou ik al mijn titels met plezier inruilen als ik Léo zo alle behandelingen kon besparen.”
The wall: de officiële biografie van ‘s werelds beste hockeykeeper van Vincent Vanasch en Benjamin Deceuninck, verscheen in het Nederlands bij uitgeverij De Boekenmaker. De originele editie verscheen in het Frans bij Kennes Éditions.
Lees meer over: Evere , Sint-Pieters-Woluwe , Sport , Vincent Vanasch , Red Lions , hockey , the wall , Olympische Spelen Parijs , Royal Orée
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.