Pak toegankelijke rooftops op komst

De Multitoren, het Muntcentrum en het Beursgebouw langs de Anspachlaan. Het zijn maar drie gebouwen uit een lange reeks die in de nabije toekomst een publiek toegankelijk dakterras krijgen. “Dit soort plekken ontbrak in Brussel,” zegt staatssecretaris voor Stedenbouw Pascal Smet (One.brussels/Vooruit).

Hoe zit het nu eigenlijk met de ontwikkeling van rooftops in Brussel, daken die toegankelijk worden gemaakt voor het publiek of de gebruikers van een gebouw? Dat vroeg Brussels parlementslid Geoffroy Coomans (MR) maandag in de commissie Territoriale Ontwikkeling van het parlement.

Uit het antwoord van bevoegd staatssecretaris Pascal Smet (One.brussels-Vooruit) blijkt dat er in de nabije toekomst heel wat van die plekken bijkomen.

Onder meer aan de Anspachlaan, langs de centrale voetgangerszone, beweegt er heel wat. Zo komt er op de sokkel van de Multi Tower (de vroegere Philipstoren) een publiek toegankelijk terras langs de zijde van de Anspachlaan. Aan de achterzijde van het modernistische gebouw zal het terras dan weer voorbehouden worden voor de gebruikers van de kantoren.

Multi Tower én Muntcentrum

Tegenover de Multi Tower krijgt het Muntcentrum (het project Cityzen), die andere modernistische kolos, een dakterras op de bovenste verdieping, dat toegankelijk wordt voor het publiek, blijkt nog uit het antwoord van Smet. Ook de sokkel aan de zijde van het Muntplein krijgt zo’n toegankelijk dakterras.

Smet herinnert er ook nog eens aan dat ook het Beursgebouw een dakterras krijgt met een ‘skybar’, waar iedereen naartoe kan.

Aan de overkant van de straat, komen er ook terrassen op het dak van The Dome, de plek waar tot voor kort de hoofdzetel van Actiris zat. Enkel de gebruikers van het gebouw zullen daarvan kunnen gebruik maken, “maar we zullen zien of die beperking in de toekomst behouden blijft,” liet Smet optekenen.

En het houdt maar niet op langs of vlakbij diezelfde Anspachlaan. Ook op de platte daken van de Ancienne Belgique komt een dakterras dat voor iedereen toegankelijk wordt. De bouwaanvraag is alvast ingediend.

Ook elders in de stad zitten er heel wat projecten in de pijplijn met grote dakterrassen of -tuinen. Dat is bijvoorbeeld het geval in het gemengde ZIN-gebouw in de Noordwijk, waar onder meer de Vlaamse administratie haar intrek zal nemen. Op de hoogste verdieping van de middenvleugel komt daar een dakterras met beplanting. Zowel gebruikers als het bredere publiek zullen daar terecht kunnen. De werken zijn momenteel bezig.

En dan is er nog de Louizalaan, waar er zowel dakterrassen bijkomen op de Blue Tower als op de Generalitoren. Of die gereserveerd zijn voor de gebruikers van de twee kantoortorens, is onduidelijk.

Victoriatoren

Ook de Victoriatoren in de Noordwijk krijgt zo’n terras, met een bar-restaurant voor het hotel en de andere torengebruikers, maar ook voor het brede publiek. Ook hier is er al een bouwvergunning.

Nog eentje: in het nieuwe Palace Hotel, de uitbreiding van het Double Tree-hotel (het vroegere Crowne Plaza aan Rogier), is er al een vergunning voor een cocktailbar, een terras en en tuin op de achtste etage, met zicht op de Kruidtuin, de binnenstad en het Rogierplein.

Smet benadrukt dat hij een groot voorstander is van meer dakterrassen in de stad. “Sinds ik deze bevoegdheid heb, vind ik dat die ontbreken in Brussel. Ik moedig de trend naar meer dakterrassen dan ook aan. Die daken creëren vaak ongelofelijke uitzichten op de stad en ook extra publiek toegankelijke ruimte. Als toegang voor het brede publiek niet lukt, dan vragen we om het tenminste voor de gebruikers van het gebouw te doen, zodat er toch een positief effect is op het sociale weefsel van een pand.”

Geoffroy Coomans deelt het enthousiasme van Smet over dakterrassen, maar wou ook weten of het klopt dat er liefst 1.800 hectare aan ongebruikte platte daken zijn in Brussel. Smet moest het antwoord schuldig blijven op de vraag, die hij doorschuift naar zijn collega, minister-president Rudi Vervoort, die stadsplanning in zijn bevoegdheidspakket heeft.

Coomans toont zich teleurgesteld. "We moeten het potentieel kennen om ook doelstellingen vast te leggen. Kijk naar Parijs, dat tegen 2020 100 hectare aan platte daken in gebruik wou nemen, terwijl het er minder heeft dan Brussel."