Smet wil verkoop gesubsidieerde appartementen beter opvolgen

Vastgoedontwikkelaars kunnen in Brussel een deel van hun stedenbouwkundige lasten kwijtgescholden krijgen als zij betaalbare, gesubsidieerde woningen aanbieden. Maar de verkoopprocedure van die woningen wordt niet altijd gecontroleerd. Dat bleek vorige maand nog in een nieuwbouw aan Thurn & Taxis, waar enkele appartementen aan kennissen zijn verkocht. Brussels staatssecretaris voor Stedenbouw Pascal Smet wil de regels nu herzien.

Dat antwoordde staatssecretaris Smet (one.brussels-Vooruit) op een parlementaire vraag van zijn partijgenoot Fouad Ahidar in de Commissie Huisvesting deze donderdag.

Ahidar stelde zich vragen bij de voorverkoop van betaalbare appartementen op de Thurn & Taxis-site deze zomer. Ontwikkelaar Extensa verkocht er toen 56 geconventioneerde appartementen (met een prijs die lager is dan de marktprijs, red.), maar hield een aparte voorverkoop voor medewerkers op de site en eigen kennissen. Het bedrijf noemde dat een marketingkeuze.

“Onze regering kan onder geen beding dit soort onethische praktijken steunen,” vindt Ahidar. “Het doel van gesubsidieerde huisvesting is om bepaalde categorieën van de bevolking in staat te stellen onder bepaalde voorwaarden een woning onder de marktprijs te verwerven. Het is helemaal niet normaal dat projectontwikkelaars, die voor dit soort projecten verschillende voordelen genieten op het gebied van stedenbouwkundige lasten, voorbij kunnen gaan aan de fundamentele en sociale doelstelling van gesubsidieerde huisvesting.”

Vanuit het Gewest bestaan er al drie instanties die geconventioneerde woningen aanbieden: Citydev, het Woningfonds en Community Land Trust. Ahidar vraagt zich af of de verkoop van dit soort betaalbare woningen niet beter altijd via een van deze instanties zou verlopen. Dan belanden kandidaat-kopers op een officiële wachtlijst.

Verkoopregels

Smet erkent dat de verkoop van de appartementen van Extensa een “hiaat in de regelgeving blootlegt.” De staatssecretaris benadrukt dat er nu al bij elke verkoop van geconventioneerde appartementen, ook door privéspelers, correct wordt gecontroleerd of de kopers aan de toelatingscriteria voldoen. Die controle komt wel pas achteraf. Toezicht op de exacte verkoopprocedure is er niet.

“Er kunnen inderdaad vragen worden gesteld bij de concrete aanpak van Extensa in dit dossier. Een verkoop van indirect gesubsidieerde woningen zou aan de basisbeginselen van transparantie en gelijkberechtiging moeten voldoen,” vindt Pascal Smet. “Dit dossier toont aan dat het aangewezen lijkt om te voorzien in een structurele betrokkenheid van de openbare vastgoedoperatoren.”

Smet belooft de ordonnantie rond de stedenbouwkundige lasten nog voor het einde van het jaar te herzien. “Vanuit de bevoegdheid stedenbouw menen we dat ook regels rond de verkoop van geconventioneerde woningen in deze reglementering moeten worden opgenomen,” besluit hij.