Stad wil vergeten Spanjeplein herwaarderen

De Stad Brussel sluit een overeenkomst met de federale staat over het Spanjeplein. Het stadbestuur wil het plein vergroenen en er een link tussen boven- en benedenstad van maken.

Het Spanjeplein is een van de op z'n zachtst gezegd vreemde plekken in Brussel. Het omvangrijke plein ligt op een zucht van de Grote Markt en het Centraal Station, maar wordt toch amper gebruikt. Het plein is dan ook wat aan het oog onttrokken, tussen het drukke Agoraplein en de Grasmarkt enerzijds en de Keizerinlaan anderzijds.

De plek is niet enkel wat verborgen, hij is ook allesbehalve aantrekkelijk. Een stenen vlakte, omgeven door neo-architectuur die veel stadskenners die gruwen, dat is het zowat.

De Stad Brussel wil het plein daarom herinrichten. Om dat mogelijk te maken sluit het stadsbestuur een zogenaamde bezettingsovereenkomst af met de federale staat, die eigenaar is van het plein. Die overeenkomst komt maandag op de gemeenteraad.

“We willen het plein op een kwalitatieve manier heraanleggen,” legt schepen van stedenbouw Ans Persoons uit. “Maar om dat te doen moeten we natuurlijk wel eerst weten dat we het lang genoeg zullen kunnen gebruiken. Dat wordt nu geregeld met die overeenkomst, die loopt tot 2086.”

Hoe de heraanleg van het plein er precies zal uitzien ligt nog niet vast. “We willen in elk geval meer groen op het plein,” zegt Persoons. “Hoe en wat moeten we nog bekijken. Onder het plein ligt een parking, er zijn dus technische beperkingen.”

Vooraleer de plannen voor het plein worden afgeklopt, wil Persoons ook nog wachten op de resultaten van een omvangrijk masterplan dat wordt opgesteld voor de Noord-Zuidverbinding. Dat moet een heldere stedenbouwkundige visie formuleren voor het gebied waar ook het Spanjeplein deel van uitmaakt. “Het heeft geen zin om het plein als eiland te zien.”