De Audi e-tron: olifant op kousenvoeten

Sinds begin dit jaar rolt in Vorst de 'e-tron' van de band: Audi's eerste volledig elektrische wagen. De SUV wordt gemaakt in Brussel, maar is ie ook gemaakt voor Brussel? BRUZZ deed de test.

De e-tron (Frans voor ‘drol’) is een ferme jongen: 5 meter lang, 2 meter breed en 2,5 ton zwaar. Dat laatste komt voornamelijk door de batterij. De accu van 700 kilogram is nodig om toch een beetje rijbereik te hebben – iets wat Audi op 400 kilometer schat.

Maar wanneer we de wagen in Kortenberg ophalen, kan hij volgens de teller maar 300 kilometer mee, ook al is hij volledig opgeladen. “Omdat de airco al aanstond tijdens de demonstratie van de snufjes”, krijgen we als uitleg.

Geen spiegels

Wat er ook van zij: op de autosnelweg richting Brussel doet de wagen het zoals verwacht goed. De ophanging is comfortabel en het grote vermogen (265 kW/360 pk) makkelijk te doseren. Daarenboven is het in de cabine fluisterstil, mede dankzij de isolerende spatborden.

Wel is het wennen aan de cameraspiegels, die om aerodynamische redenen de buitenspiegels vervangen. Het beeld net boven de deurklink mag dan wel loepzuiver zijn, het zit niet op de plaats waar je normaal kijkt. Met een camerabeeld helpt het bovendien niet om je hoofd wat opzij te bewegen om van gezichtshoek te veranderen. Iets wat met normale spiegels wel kan. Gelukkig is het snufje optioneel.

Kwiek

In Brussel aangekomen zoeken we de nauwe, kronkelende straatjes van de Marollen op. De e-tron doet het daar verrassend goed: geen enkele keer komen we vast te zitten en zelfs de meest gemene bocht haalt hij in één keer.

Wie denkt dat deze kolos dat bovendien puffend en hijgend doet, denkt verkeerd. Net zoals een dikke kater verrassend kwiek het hek opschiet, laat deze slee zich bijzonder soepel besturen. Het stuur is direct, en zeker in sportstand schiet de wagen bij het minste tikje op het gaspedaal gewillig vooruit. Invoegen, een tunnel induiken, afslaan, remmen dichtgooien en dan aan het kruispunt iedereen weer achter je laten: de e-tron doet het moeiteloos.

Parkeren is een ander paar mouwen. Hoewel omgevingscamera’s een behulpzaam 3D-beeld van je wagen maken - alsof een drone boven je alles filmt - is parkeren een klus. Het is vooral de breedte die de wagen parten speelt. Zelfs als we de wagen tegen de stoeprand plakken, lijkt het alsof we nog half op de baan staan. Iets wat natuurlijk voor alle SUV’s opgaat.

Louizawaardig

Het verschil met die andere (luxe-)SUV’s is qua uiterlijk trouwens nauwelijks zichtbaar. Dat ligt in het DNA van het eerder discrete Audi, maar met het paradepaardje van de Duitsers hadden we toch verwacht iets hoger op de sociale ladder uit te komen. Slechts één keer nam een voorbijganger een foto van onze wagen. En één andere keer wees een filegenoot goedkeurend naar onze cameraspiegels, maar dacht hij dat het om een Q7 ging.

Verder draaide niemand zich om als onze e-tron voorbij gleed. De wagen is met z’n 113.000 euro (full option) uiteraard meer dan Louizawaardig, maar wie over zijn auto graag complimenten krijgt, koopt beter een Tesla.

Ook voor sportieve topprestaties ben je beter af bij Tesla of de elektrische van Jaguar. Toch is ook het spurtje van de e-tron indrukwekkend. In boostmodus leveren de twee motoren tijdelijk 402 pk, en schiet de SUV in 5,7 luttele seconden van 0 naar 100. Maar: wat heb je eraan, als zelfs na een halve dag hard zoeken nergens in of rond Brussel een weggetje te vinden is om deze bewering te testen. Al moet gezegd dat ook de herneming van 70 naar 120 een bijzonder prettige ervaring is.

Opladen

Een minpunt blijft de laadinfrastructuur. We testten twee oplaadpunten die in de GPS van de wagen als dichtstbijzijnde laadpalen stonden aangegeven, maar vonden één keer helemaal niks en één keer een gesloten garagepoort, waarachter zich misschien een oplaadpunt bevindt.

“Het makkelijkst is om op te laden als je naar de supermarkt gaat”, zegt de woordvoerder van Audi-importeur D’Ieteren. Daar kan je aan 11 kW per uur bijtanken. De batterij helemaal opladen aan zo’n paal duurt 8,5 uur - moeilijk, maar niet noodzakelijk.

“Het is een misverstand om te denken dat je de batterij volledig moet afladen en opladen om die gezond te houden”, zegt de woordvoerder. “Je ontziet de lithium-ionbatterij het meest als de beschikbare capaciteit zich tussen de 30 en 70 procent beweegt, net zoals bij je laptop- en smartphonebatterij.”

Al bij al een hoop stress dus, toch zeker als je geen oplaadpunt thuis hebt (1.200 euro, exclusief installatiekosten). Komt er gelukkig ook aan: het Ionity-superladersnetwerk van Audi, VW, BMW, Mercedes en Ford. Aan zo’n Ionity-paal kun je op een half uurtje tot 80 procent opladen. Er staat er al één nabij Luik, maar in en rond Brussel is voorlopig niks gepland.

Het milieu

Last but not least: is de e-tron milieuvriendelijk? Recente factchecks leren dat een elektrische wagen al voor z’n 100.000ste kilometer groener is dan een benzine- of dieselwagen. Ook is je nabije Filter Café zeker gebaat bij een auto zonder stikstofoxides of ander vergif.

Maar wie denkt het milieu een plezier te doen door met een 2,5 ton zware e-tron rond te karren, maakt zichzelf iets wijs. Duitse tests wijzen uit dat het verbruik op de snelweg zo'n 30,5 kW per 100 kilometer bedraagt. Ter vergelijking: een Renault Zoé duikt onder de 15 kW. De opgewekte elektriciteit wordt dus totaal niet rationeel gebruikt. Daardoor voelt de gloednieuwe e-tron met die klimaatspijbelaar op je achterbank nu al wat achterhaald aan.

Conclusie

De Audi e-tron is een aangename wagen, die zich verrassend soepel laat besturen. Tijdens het rijden stoot hij niks uit, maar het blijft een SUV, waardoor je veel plaats inneemt in de stad, en parkeren moeilijk gaat.

Het is dan ook uitkijken naar een elektrische A1 of A3 - twee stadsmodellen die ooit nog in Vorst van de band rolden, en waar Audi hopelijk z'n schouders onder zet.