Tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog zijn de laatste getuigen vandaag een eind in de tachtig of negentig. Vreemd genoeg is de herinnering aan de Duitse bezetting zo sterk dat zij de verhalen uit hun jeugd meer dan wat dan ook willen nalaten.
Dat geldt voor Felix Meys die zes was toen Amerikaanse bommenwerpers boven Scheut vlogen, maar ook voor Bernard Fenerberg, die 17 was toen hij bij het verzet in Kuregem aansloot. Ook de achterkleinzoon van een koppel dat in hun appartement in Anderlecht drie Amerikaanse piloten verstopt heeft, is emotioneel als hij over de verzetsdaden van zijn overgrootouders spreekt. Eén van de Joodse jongens die gedurende weken in het kolenhok van een kerk in Kuregem ondergedoken heeft geleefd, getuigt: "Het conflict in Oekraïne maakt de herinnering aan toen nog sterker."