Een bezoek aan het Schaarbeekse Autriquehuis voelt vandaag wat aan als een boswandeling, met de expo Ruimte voor bomen. Die werpt onder meer een blik op de geschiedenis van de Schaarbeekse kriekelaars.

©
Shutterstock
| Kriekelaar
De Schaarbeekse kriekelaar: fruitboom komt tot leven in Autriquehuis
Bloemen- en plantenmotieven zijn sowieso altijd erg aanwezig in het Autriquehuis, het eerste grote herenhuis van Victor Horta en een belangrijke mijlpaal van de art-nouveaustijl. Zo plaatste Horta op de tweede verdieping een glazen dakraam met glas-in-loodramen, waarvan één een persimmonboom en irissen weergeeft. De persimmonboom refereert aan de Japanse inspiratiebronnen van de architect.
Voor de expo Ruimte voor bomen is die florale dimensie sterk uitvergroot: aan het onthaal hangt nu een enorme afbeelding van Horta en zijn vrouw Julia, poserend voor een majestueuze mammoetboom waar een tunnel in is gehouwen. “De foto is genomen in de Verenigde Staten, waar ze hun toevlucht zochten tijdens de Eerste Wereldoorlog,” zegt Alexandra Rolland, directeur van het museum en curator van de expo. “De boom is de legendarische Wawona Tree in het Yosemite Nationaal Park, die zo'n 2.300 jaar oud was toen hij in 1969 door een storm is geveld.”
De rest van de expo focust op het groene erfgoed dicht bij huis, vooral in Schaarbeek zelf, aan de hand van een mix van kunst, geschiedenis en wetenschap. Er zijn talloze creaties te zien van vroegere en hedendaagse kunstenaars, met Léon Spilliaert en Kikie Crêvecoeur als bekende namen, maar ook oude botanische rapporten en fossielen van de plantengeslachten sigillaria en lepidodendron, de voorouders van onze bomen, die tijdens de negentiende eeuw in kolenmijnen werden opgegraven.
Het geheel illustreert hoe de natuur – en de visie erop – door de eeuwen heen verandert als het Schaarbeekse platteland onder invloed van de industrialisatie transformeert en uiteindelijk samensmelt met de stad. Terwijl de Josaphatvallei in het gelijknamige schilderij van Jenos Kaparthy uit 1890 er nog uitziet als een landelijke idylle, toont een zicht op het Rigaplein van Henri Stiellemans uit de jaren 1930 hoe bomen in de rol van stedelijke decoratie werden geduwd.
De voorbije tien à vijftien jaar won de comeback van de kriekelaar in Schaarbeek aan kracht door het Kriekenboomsage-project van gemeenschapscentrum De Kriekelaar
Op een tussenverdieping is een hoek gewijd aan de Schaarbeekse kersen, de Prunus cerasus. Enkele schilderijen en een affiche illustreren het belang van de kersenboomgaarden in de gemeente, ruim een eeuw geleden. De bekende Schaarbeekse krieken werden toen met de hand geplukt, per ezel vervoerd en verkocht op de Brusselse markten. Lambiek-brouwers gebruikten de zure kersen om kriekbier te maken.
“Door de voortschrijdende verstedelijking verdwenen die boomgaarden geleidelijk in de eerste helft van de twintigste eeuw,” zegt Alexandra Rolland. “Later begon men de kersenbomen wel op bepaalde plaatsen weer te planten, maar dan veelal om esthetische redenen.”
De voorbije tien à vijftien jaar won de comeback van de kriekelaar in Schaarbeek aan kracht door het Kriekenboomsage-project van gemeenschapscentrum De Kriekelaar, de dienst cultuur van de gemeente en de Bûûmplanters. Daarbij worden de bomen gekweekt en uitgedeeld. Met de oogst ervan brouwde de Schaarbeekse Brasserie de la Mule zelfs opnieuw een bier – Kriot.
Lees meer over: Biodiversiteit , Botanisch Brussel , kriekelaar , De Kriekelaar , fruitboom