Een mail van Ani. Ze was het artikel over Patrick tegengekomen – de politicus uit mijn klas die uit Nigeria was gevlucht voor het geweld van zijn politieke tegenstanders. De kleine Georgische zat in mijn allereerste klas. Een droomstudent: intelligent, vlot, gemotiveerd en oprecht begaan met mijn klasmanagement, dat als beginnend leerkracht frequent in het honderd liep.
Kogels en traangas
Lees ook: Zonder bewaking naar de les
Een van de meevallers aan lesgeven aan volwassenen is dat je aan het einde van de rit met de studenten op café mag. “Je bent te zacht,” had Ani me toevertrouwd in Café Bebo, de vertrouwde honk van leerkrachten van Lethas op het Rouppeplein. Ik gaf volgens haar de belhamels te veel vrij spel.
Ani had haar partner Elene meegebracht. Een intelligente vrouw met een verfijnde stijl en werkzaam in de Europese wijk. Een holebikoppel uit Georgië: het bracht vanzelfsprekende gedachten naar boven over de redenen van hun vertrek uit de vroegere Sovjet-republiek die berucht is voor haar diepgewortelde LGBTQ-fobie. Maar de vrouwen lieten niet in hun kaarten kijken. Dat het deugd deed, ja, om in Brussel wél hand in hand over straat te kunnen lopen, maar verder: ach. Er leek meer aan de hand, alleen was dit caféterras wellicht niet de juiste plek.
Een rugzak vol herinneringen
Nu mailt Ani over de ware toedracht van haar vlucht. Het is een verbijsterend verslag, in het Engels neergepend, over rondvliegende kogels, over politiek en gender, en met als waarschuwende laatste zin: “De erfgenamen van de Sovjet-mentaliteit doden, executeren en ruïneren nog steeds, zelfs in de 21e eeuw, de levens van mensen.”
Ze beschrijft hoe ze vijf jaar geleden bij oppositieprotesten in hoofdstad Tbilisi bij het parlement, gericht tegen de groeiende invloed van Rusland in Georgië, bijna haar leven verloor. “Toen ik het parlementsgebouw verliet, werd ik geslagen en vergiftigd door traangas van de special forces. Er werd meerdere kogels op mij afgevuurd.”
“‘Je bent te zacht,’ had een leerling me laatst toevertrouwd”
Toen Ani zich kandidaat stelde voor de gemeenteraadsverkiezingen, bleven de bedreigingen aanhouden. Naast haar politieke overtuiging was ook haar seksuele geaardheid een struikelblok. Uiteindelijk vluchtte ze naar Brussel, waar haar ouders intussen ook verblijven, nadat ook zij werden bedreigd. “Anders waren ze nu dood,” schrijft Ani.
Niet elke student in het volwassenenonderwijs in Brussel is een vluchteling met een vreselijk verhaal. Gelukkig maar. Maar wat wel een constante is: als leerkracht kun je hun verhalen niet zomaar van hun gezichten aflezen. Ondanks de last van pijnlijke herinneringen in hun rugzak tonen ze zich sterk en weerbaar. Ze komen steeds weer met de glimlach naar de les. Voor nogal wat onder hen is de klas een veilige haven vol gelijkgestemden, en hun leerkracht een tijdelijke kapitein van hun nieuwe bestaan. Zoals een collega onlangs zei: “We betekenen soms meer voor die mensen dan we denken.”
Aan de telefoon vraag ik Ani, die inmiddels erkend is als politiek vluchteling, toestemming om over haar verhaal te schrijven. “Doe gerust, ik heb geen reden meer om bang te zijn. In april hervat ik de Nederlandse les. Zien we elkaar dan weer op school?”
Lees meer over: Brussel , Column , BRUZZ Columnisten , Nederlands voor anderstaligen , volwassenenonderwijs , lgbtq+
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.