De zomer van 2024 voorlopig samengevat? Weinig zon, weinig cocktails, weinig vakantievibes. Eerder grillig en winderig, met subtropische regenbuien, die kort en hevig het landschap in een modderpoel veranderen en wandelaars (onderweg naar werk of café) een hele dag opzadelen met natte broeken, doordrenkte truien en ondergoed dat week en wak aan de poep voelt.
Is dit het nieuwe normaal? Dat klamme, dat hunkeren, dat hopen op een uurtje droogte?
Misschien daarom dat ik des te harder genoot van wat vroeger voor mij altijd het officiële begin van de zomer inluidde: mijn eerste bolletje ijs.
Op de hoek van de Bonaventurestraat in Jette opende onlangs een nieuw ijssalon, en de plek groeide in geen tijd uit tot een lokale sensatie van smaken en sorbets – pruim, watermeloen, abrikoos. De verschillende keren dat ik passeerde, zag ik lange rijen staan, en in plaats van dat het potentiële wachten en aanschuiven mij afschrikte, groeide net de neiging om tussen al die mensen plaats te nemen. Meegenomen in de vaart der volkeren (niet religie is het opium van het volk, maar crème-glace).
Net omdat de wereld geen zekerheden meer kent, koos ik voor wat ik altijd al koos: chocolade. Iets aan die smaak overtreft de gemakkelijke flair van vanille of aardbei. Chocolade lijkt gemaakt voor de meerwaardezoeker. Tegelijk zoet en zacht, maar de nasmaak durft verrassend en complex uit te pakken. Van puur en pittig tot soms pikant en peperachtig.
Wie chocolade als ijsje bestelt, wil zichzelf niet volledig belonen, maar ergens ook straffen of verrassen. De keuze voor een specifieke smaak verraadt een hele metafysica. Toon me je bolletjes en ik vertel je wie je bent.
(Terzijde, maar meer nog dan geuren en smaken ligt de fundamentele distinctie tussen de groep die een hoorntje vraagt en mensen die een potje prefereren. Die laatsten vind ik psychopaten. Waarom hetzelfde betalen voor minder eten?)
'Toon me je ijsbolletjes en ik vertel je wie je bent'
"Wie chocolade als ijsje bestelt, wil zichzelf niet volledig belonen, maar ergens ook straffen of verrassen. De keuze voor een specifieke smaak verraadt een hele metafysica"
BRUZZ-columniste
Geschaafde knieën
In de rij ijsjes-eters staan opvallend veel volwassenen, besef ik, en ik mag mezelf daartoe rekenen. Allemaal mensen die zich nog herinneren hoe zonnige vakanties vroeger waren: langgerekt, aangenaam, niet dreigend, niet mistroostig, perfect eigenlijk, op maat van mens en maatschappij.
Voor mij is ijs ook de gedachte aan mijn moeder, die mij als kind tegen het avondeten binnen roept, na een dag buitenspelen en een stoep vol krijttekeningen. Mijn mond plakkerig, mijn vingers vuil, mijn knieën rood en geschaafd. Ik eet nog snel het puntje van het hoorntje op. In de verte klinkt het deuntje van de ijscoman – hét geluid van een tijd die maar nooit leek te eindigen.
Wat gelukkig wel eindigt? De rij. Uiteindelijk dan toch mijn beurt, ik popel van ongeduld. Uiteindelijk bestel ik niet één, maar twee bollen, ter compensatie van het kwakkelweer en omdat ik en mijn jongere zelf het verdienen. Uiteindelijk zal de chocolade me troost bieden, dat en de extra toppings.
Het kan niet anders, maar uiteindelijk zal ooit ook de zomer doorbreken.
Column Charlotte De Cort
Lees meer over: Jette , Column , Column Charlotte De Cort , De zomer van 2024 , IJScoman , Charlotte De Cort