Maar één personeelslid voor alle laadpalen

Bij Brussel Mobiliteit houdt er zich maar één personeelslid bezig met de laadpalen. “En dat is dan nog niet eens zijn enige taak”, zegt woordvoerder Inge Paemen aan BRUZZ. Dit zorgt er mee voor dat er in Brussel nu nog maar 17 laadpalen zijn, terwijl er 100 gepland waren tegen eind 2019. "Voor het einde van de winter, komen wel nog eens 35 bij", verzekerde bevoegd minister Elke Van den Brandt (Groen).

De vertraging bij de installatie van de laadpalen is eerder al op de korrel genomen. Maar omdat er weinig schot in de zaak komt, interpelleerde de oppositie bevoegd minister Elke Van den Brandt (Groen) vandaag hierover nog eens in de commissie Mobiliteit.

Normaal had PitPoint, het bedrijf dat een exclusieve concessie kreeg van het Gewest, er nu al bijna 100 moeten staan hebben. In realiteit zijn dat er maar 17. Als reden voor de vertraging haalde de minister het Brusselse elektriciteitsnet aan, dat grotendeels op 230 volt werkt, terwijl 400 volt vereist is. “Hierdoor waren de plaatsen die de gemeenten voorstelden na een consultatieronde door de vorige minister (Pascal Smet, red.), niet geschikt", aldus Van den Brandt.

Daarnaast wees ze ook naar de procedure van ‘piquetage’, het aanstippen van de exacte locatie voor de laadpaal. “Die stap was oorspronkelijk niet opgenomen in het contract”, zegt ze, “maar kwam er op vraag van Brussel Mobiliteit, om ervoor te zorgen dat de laadpalen stedenbouwkundig juist geplaatst zouden worden, en dat de markering en signalisatie achteraf makkelijk uitvoerbaar is."

Zo'n plaatsbepaling vereist echter een terreinbezoek, georganiseerd door Brussel Mobiliteit, samen met de gemeente, netbeheerder Sibelga en Pitpoint. En daar wringt het schoentje.

Personeel

“Op dit moment is er maar één personeelslid dat op het dossier van de laadpalen werkt”, zegt Inge Paemen, woordvoerder van Brussel Mobiliteit aan BRUZZ. “Hij doet de coördinatie, de administratieve opvolging, de plaatsbezoeken, bekijkt of het technisch mogelijk is om daar een laadpaal te zetten en zo niet, wat er dan nog moet gebeuren om het wel mogelijk te maken.” Als PitPoint uiteindelijk een laadpaal installeert, moet hij ook nog eens maken dat de wegmarkering – het groene kader op de grond met het stopcontact – en de signalisatie er nadien komt.

Heel wat werk dus voor één personeelslid. “En het laadpalen-project is niet eens zijn enige taak”, alsnog Paemen. “Wij zijn al lang vragende partij voor meer personeel en zijn daarover in gesprek met de regering. Wel is er nu een nieuwe directeur-diensthoofd voor die dienst. Het kan dat die de laadpalen nu een grotere prioriteit geeft.”

Overleg

Paemen wijst er wel nog op dat Brussel Mobiliteit niet de enige vertragende factor is. “Ook het overleg met de gemeenten en het gewest, die toestemming moeten geven voor de plaatsing, vraagt tijd.” Iets wat ook Van den Brandt in haar antwoord in de commissie toegaf. “Zowel het aantal vergaderingen met alle betrokkenen als de plaatsingsbezoeken verklaren voor een stuk de opgebouwde vertraging in dit project.”

Toch is er ook goed nieuws. "Brussel Mobiliteit heeft de laatste weken de plaatsbepaling voor 35 laadpalen gedaan", verzekert Van den Brandt. "Voor het einde van de winter moeten die palen er staan."

Wanneer de resterende 48 laadpalen er komen, is nog onduidelijk. En dan nog heeft het Gewest maar 100 publieke laadpalen, terwijl er in Amsterdam nu al minstens 2.000 staan.