De openbare ruimte zo organiseren dat ze koelt is noodzakelijk, maar het zal niet volstaan. Dat zegt Bernd Vogl, directeur van het Oostenrijkse klimaat- en energiefonds. We moeten ook de gebouwen aanpakken, zodat ze op een klimaatvriendelijke manier koelen. “En dat betekent meer dan zonnewering.”
| Bernd Vogl van het Oostenrijkse klimaat- en energiefonds.
Wie is Bernd Vogel?
- 56 jaar
- Studies bedrijfskunde met focus op milieu-economie
- Energie-expert en leidend ambtenaar in de Oostenrijkse federale milieu-administratie (2004-2011)
- Hoofd van de afdeling energieplanning van de stad Wenen (2011-2022)
- Bestuurder bij Wien Energie (2016-2022)
- Voorzitter van het Oostenrijkse klimaat- en energiefonds (sinds 2023)
Puffen! We voelen ons opnieuw een wandelende fontein als we de kantoren van het klimaat- en energiefonds binnenstappen. De zetel bevindt zich op een boogscheut van het snelstromende en koele Donaukanaal. Toch kleurt de plek op de Weense hittekaart donkeroranje en dus heet. Het toont meteen hoe bijzonder lokaal de invloed van koelende factoren kan zijn. Uit de vergaderzaal waar Bernd Vogl ons te woord staat, kijken we dan weer uit op de Karl-Marx-Siedlung, het bekendste en grootste complex met sociale woningen in de stad, met een lengte van ruim één kilometer. Het zijn vooral de kwetsbaarste inwoners van dat soort woningen die Vogl zorgen baren. “Ik kan een beetje nijdig worden als ik hoor dat we geen koeling zouden inbouwen in nieuwe sociale woningen.”
“We hebben een industrialisering nodig, zowel om de klimaatopwarming tegen te gaan als om ons eraan aan te passen”
Deze week haalden we 36 graden in Wenen. Hoe beleefde u zelf de hitte?
Bernd Vogl: Ik woon een beetje verder buiten de stad, daar is het nog draaglijk, al is het in het Wienerwald ook best heet. Hier op kantoor is het gelukkig aangenaam.
Op reportage in Wenen zagen we dat er al veel gebeurt om de openbare ruimte af te koelen. Die inspanningen zullen niet verhinderen dat het steeds vaker te heet is buiten. Moeten we niet meer doen om onze gebouwen zo koel te maken als uw kantoor?
Vogl: Jazeker. In onze breedtegraden is er lang van uitgegaan dat we enkel met zonnewering moeten bezig zijn. De voorbije jaren is echter gebleken dat je warmtepompen prima kan inzetten om te koelen, zonder de nadelen van een klassieke airco, die warme lucht naar buiten blaast én net slecht is voor het klimaat. Die warmtepompen hebben dat zelfs nodig in dichtbebouwde gebieden, omdat hun sondes anders bevriezen (warmtepompen op geothermie onttrekken in de winter warmte aan de ondergrond en in de zomer koelte. De aardsondes van de pomp koelen daardoor af in de winter en warmen op als ze koelen, red.). Wat me echt boeit: de koelingsbehoefte van zo'n pomp is heel wat groter dan wat je nodig hebt om huizen in de zomer af te koelen, waardoor we zo stilaan toepassingen kunnen bedenken waarbij warmtepompen de openbare ruimte afkoelen.
Zijn er al voorbeelden van warmtepompen die de openbare ruimte koelen?
Vogl: In Wenen loopt er vandaag al een project waarbij een kleine straat wordt gekoeld. Ik zou graag zien dat we dat nu ook eens bij een speelplein of een deel van een park proberen. Je kan via die warmtepompsystemen ook koude lucht de stad inblazen. Dat is niet zo efficiënt als een precies afgebakende zone als een speelplein afkoelen, maar het is toch al iets.
Ik vind het principe zo fascinerend, omdat je tegelijk het klimaat beschermt (als de warmtepomp op geothermie en groene stroom draait, is er in principe geen CO2-uitstoot door fossiele brandstoffen, red.) én je je ook aanpast aan de gevolgen van de klimaatopwarming.
Natuurlijk zijn er stemmen die zeggen dat het duur is, dat de warmtenetten die we in Wenen hebben (centraal opgewekte warmte, voor ongeveer de helft op basis van aardgas, red.) veel goedkoper zijn. Weet je, ik word daar een beetje nijdig van. Gaan we dat soort technologieën dan echt niet inbouwen in de nieuwe sociale woningen, bij die mensen die net het kwetsbaarst zijn voor de gevolgen van hittegolven?
Dringt dat besef ook door in Wenen?
Vogl: Toch wel, de socialewoningmaatschappijen zijn mee. En ook in het bestaande gebouwenbestand gebeurt wel wat. Wenen heeft daar nu echt de leiding genomen: weg van het gas en op naar duurzame oplossingen die verwarmen én koelen. Ik ben ervan overtuigd dat heel wat steden de volgende jaren zullen willen zien wat we hier doen.
“In een bestaande stadsstructuur meer plaats creëren voor fietsen en groen, dat is nu eenmaal een taai proces”
We wilden eigenlijk vragen waar Wenen bijzonder goed in is als het over klimaataanpassing gaat, maar u hebt al geantwoord.
Vogl: Wenen heeft 150 jaar geleden verleden ook een waterbevoorrading uit de bergen uitgebouwd, die gedimensioneerd is op drie miljoen inwoners, de helft meer dan vandaag! Daardoor kunnen we ons al die waterspeeltuigjes makkelijk permitteren (Wenen telt ruim driehonderd waterverstuivers, die automatisch starten in periodes met hoge temperaturen, red.).
En wat kan beter?
Vogl: Het heeft in elk geval lang geduurd voor we erin geslaagd zijn om echte, nieuwe groene ruimtes te creëren in nieuwe stadsdelen. De brandweer was lang de sterkste kracht. De stadsplanners maakten een plan met veel bomen en nadat de brandweer gesproken had was het van 'Bäume weg!' ... Terwijl de bomen echt wel het wezenlijke zijn voor de afkoeling. Het effect van groendaken, zeker als het maar een dunne aardelaag is, is véél kleiner. Wat hier ook niet van een leien dakje loopt, is om onze straten anders te gaan gebruiken en groener te maken.
U bedoelt door het autoverkeer terug te dringen?
Vogl: Ja. Zo moedig als in Parijs of andere steden zijn we hier niet. De sociaaldemocraten zijn verdeeld over dat thema. Je hebt de meer groene linksen. En dan is er de oude garde, die niet veel verschilt van de conservatieven (lacht). Die oude mannelijke garde zit doorgaans aan de hefbomen van de macht.
Nu, het huidige stadsbestuur trekt wel aan de kar. Maar in een bestaande stadsstructuur meer plaats creëren voor fietsen en groen, dat is nu eenmaal een taai proces. Wat wel helpt: Wenen heeft een openbaarvervoerskaart ingevoerd die 365 euro kost, één euro per dag. Dat heeft tot een grote toename geleid van het aantal gebruikers, waardoor het iets makkelijker wordt om het aantal auto's onder controle te houden. Dat is dan weer een voordeel als je de openbare ruimte wil herbestemmen om bijvoorbeeld meer groen te krijgen.
Dat klinkt erg bekend. Iets anders: veel mensen met wie we spraken zien de uitdaging er vooral in om de recepten voor een koele stad die we langzaam kennen op een veel grotere schaal te realiseren. Anders blijft het effect uiteindelijk maar miniem. Akkoord?
Vogl: Jazeker, in de energiesector hebben we een gelijkaardige situatie. Project per project werken en telkens de wereld heruitvinden functioneert niet. We kijken daar nu wat de beste oplossingen in verschillende gebouwen zijn. Zodra dat duidelijk is, moeten die scenario's ondersteuning krijgen, zodat de aanbieders ervan ook standaardoplossingen kunnen uitwerken. Bij de klimaataanpassing zal het ook zo gaan. Zodra je iets aan de lopende band kan uitwerken in een stad heeft het echt effect. We hebben een industrialisering nodig, zowel om de klimaatopwarming tegen te gaan als om ons eraan aan te passen.
Zelfs met zo'n industrialisering zullen steden toch meer blijven opwarmen dan het platteland. Riskeren we op den duur geen exodus uit de stad?
Vogl: Er zijn al heel wat steden waar het veel warmer is dan in Wenen en waar ook miljoenen mensen wonen. Als we het nu goed doen en veel woningen en andere plekken creëren waar het koel is, wordt dat risico niet zo groot, denk ik. Dan moeten we straks niet met de metro gaan rijden om het koel te hebben, zoals in Madrid.
In Wenen wordt nu ook bekeken of we geen openbare gebouwen hebben die we kunnen openen als het superheet wordt. De koelingstechnologie waar ik het al over had, wordt vandaag ingebouwd in zeker tien nieuwe schoolcampussen, soms voor 1.700 mensen. En die staan leeg in de zomer.
Dat klinkt al veelbelovender dan de twee kleine koele plekken die de stad vandaag aanbiedt en die er volgend jaar misschien een tiental worden. Barcelona heeft al ruim tweehonderd van die klimaatschuilplaatsen, bijna altijd ruimtes die al bestaan met een andere functie, zoals bibliotheken.
Vogl: Het moeten er inderdaad veel meer worden dan vandaag. Hoe meer mensen je dan in zo'n gebouw opvangt in de zomer, hoe beter je de aardsondes laat regenereren. Je kan dan een deel van het bibliotheekaanbod van Wenen naar zo'n plek brengen, zodat mensen er kunnen lezen. Zulke plekken zijn ook belangrijk omdat het nog een tijd zal duren voor iedereen in een huis woont dat je ook kan koelen.
Welke steden bewondert u nog als het over klimaataanpassing gaat?
Vogl: Ik heb veel respect voor de moed die Parijs heeft getoond om de stedelijke ruimte anders te gaan gebruiken. Met de ruimte die je wegneemt bij de auto kan je de stad leefbaarder en koeler te maken. Toen ik mijn enthousiasme over de Seine-oevers in Parijs met Weense stadsplanners deelde, reageerden die droog: 'We zijn in Wenen zo langzaam, dat we er nog niet aan toegekomen zijn om een snelweg langs het Donaukanaal (dat de stad doorkruist, red.) te leggen.' (Lacht) Daar zit een grond van waarheid in over deze stad.
Kopenhagen is natuurlijk ook goed, maar de problemen zijn wel anders dan hier in Wenen. Het is er minder warm en hun grootste zorg is het water. Ook Bilbao, waar ik deze zomer was, is erin geslaagd om veel nieuw groen in de openbare ruimte te brengen. Al die auto's met airco stoten in de zomer ook nog eens warmte uit, een extra reden om ze aan banden te leggen. In Wenen passen we dat principe nu ook bij gebouwen toe: of het nu nieuwbouw of renovatie is, we bouwen geen systemen meer in die de buitenlucht opwarmen.
Klimaatbestendige stad
Lees meer over: Brussel , Milieu , Stedenbouw , Klimaatbestendige stad , Bernd Vogl , klimaatfonds , klimaatverandering , warmtepomp
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.