De Belgische staat moet negen Brusselse verenigingen van Jehova's getuigen samen 5.000 euro schadevergoeding betalen. De getuigen van Jehova zijn geen erkende godsdienst in ons land en lopen daarom een fiscale vrijstelling in Brussel mis. Discriminatie, vinden ze. Het Europees mensenrechtenhof geeft hen nu gelijk, maar Brussel past de vrijstellingsregels nog niet aan.
Brusselse getuigen van Jehova krijgen schadevergoeding voor discriminatie
Dat schrijft De Standaard. De zaak was aangespannen door negen verenigingen van Jehova’s getuigen na een aanpassing van de Brusselse wetgeving. Sinds 2017 worden de getuigen van Jehova – en andere niet-erkende godsdiensten in ons land – niet meer vrijgesteld van de onroerende voorheffing op hun gebedshuizen. Volgens De Standaard betekent dat een kwart meer infrastructuurkosten voor de betrokken verenigingen.
Voor een erkende kerk, moskee of synagoge valt de onroerende voorheffing daarentegen wel weg. Erkende godsdiensten krijgen dus een fiscaal voordeel. Brussel hanteert daarbij het erkenningssysteem van de federale overheid. Maar net dat systeem is te weinig transparant, oordeelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM): wettelijk bestaan er geen duidelijke criteria, alleen de minister van Justitie kan de erkenningsprocedure opstarten en de goedkeuring ligt in de handen van het parlement. Dat werkt discriminatie in de hand, klinkt het. De uitspraak kwam dinsdag en is bindend.
Schadevergoeding
De Belgische staat moet de Brusselse verenigingen nu samen 5.000 euro schadevergoeding betalen. Die dient om hun juridische kosten te dekken. Hun onroerende voorheffing hadden ze nog niet betaald, die wordt dus ook niet vergoed, valt te lezen in het vonnis. De 5.000 euro moet binnen de drie maanden worden uitbetaald. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) was nog niet bereikbaar voor commentaar.
"Het is in de eerste plaats aan de federale overheid om de wetgeving rond de erkenning van godsdiensten aan te passen"
De uitspraak haalt vooral de Belgische erkenningsprocedure onderuit. Al zal ook het Brussels gewest zich moeten beraden over de gevolgen. Brussels minister van Financiën Sven Gatz (Open VLD) plant nog geen aanpassing van de fiscale vrijstelling voor erediensten.
“Dat moet ook niet. Het is in de eerste plaats aan de federale overheid om de wetgeving rond de erkenning van godsdiensten aan te passen,” zegt zijn woordvoerder Peter Dejaegher. “Intussen kunnen we gebouwen van de Jehova’s getuigen niet meer belasten op onroerende voorheffing,” erkent Dejaegher, maar dat zou slechts een "handvol gebouwen" zijn. "Die inkomsten zijn marginaal op de totale ontvangsten van de onroerende voorheffing."
Andere religies
Gatz' administratie Finance.brussels bekijkt nog wat dit vonnis betekent voor de belasting op andere, niet-erkende gebedshuizen.
De getuigen van Jehova zijn immers niet de enigen zonder erkenning in ons land. Het boeddhisme telt een tiental geloofscentra in Brussel, het hindoeïsme heeft een gebedsruimte in Evere. Ook verschillende afzonderlijke moskeeën zijn niet erkend of vragen daar niet om. Dat geldt onder meer voor de grootste moskee van Molenbeek. Binnen het christendom zijn de adventkerken, de mormoonse kerk en enkele evangelische kerken niet erkend. Ook zij hebben allemaal poten in het gewest.
"Een fiscale vrijstelling is een gelegenheid om in dialoog te treden"
“Het lijkt mij veiliger om de fiscale vrijstelling uit te breiden naar alle godsdiensten, ook de niet-erkende,” zegt kerkjurist Rik Torfs (KU Leuven). Zo was het ook tot 2017 in Brussel. “Tenzij het duidelijk is dat die groepen alleen maar beweren dat ze een godsdienst zouden zijn om zo’n belastingsvoordeel te krijgen,” benadrukt hij. Een fiscale vrijstelling is dan wel kostelijk en soms ingewikkeld voor de overheid, het biedt wel degelijk voordelen, zegt Torfs. “Het is een gelegenheid om in dialoog te treden met bepaalde groepen in de samenleving. Brussel zou zich kunnen beperken tot een absoluut minimum aan steun, maar het nadeel kan zijn dat je dan minder contact legt met religieuze groepen.”
"Voorlopig blijft de onroerende voorheffing wat ze is," zegt Gatz' woordvoerder Dejaegher. Wat een eventuele aanpassing van de wetgeving zou kosten, is nog niet berekend.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Justitie , jehova's getuigen , erkenning van godsdiensten , niet-erkende godsdiensten , Sven Gatz , Vincent Van Quickenborne , fiscale vrijstelling , onroerende voorheffing , gebedshuizen , godsdienst , religie