Interactief

Zenne en Kanaal: hoe Brussel de waterkant opnieuw omarmt

Peter Dhondt
© BRUZZ
12/12/2022

| De aanleg van het toekomstige Bécopark, gezien vanaf de brug aan het Saincteletteplein: de aanlegsteiger voor de waterbus is links te zien.

Brussel voelt al lang niet meer aan als een stad aan het water, en dat voelt voor veel mensen als een gemis. Daar komt steeds duidelijker verandering in, want zowel Gewest als gemeenten zorgden de voorbije jaren voor plekken langs het kanaal waar het water beter 'beleefd' kan worden. BRUZZ zet het waar en hoe voor u op kaart. Een tijdslijn zet de hernieuwde aandacht in perspectief.

Dat Brussel vandaag niet aanvoelt als een stad aan het water komt in de eerste plaats door de overwelving van de Zenne. De rivier (en de bouw van watermolens vanaf de 11de eeuw) had van Brussel een centrumstad gemaakt en zorgde voor de bevoorrading van Brussel, met een haven pal in het centrum, aan de Vismarkt, de Houtkaai en de Arduinkaai. Plaatsnamen als Klein Eiland (nu Fontainasplein) en Groot Eiland (nu Sint-Goriksplein) verwijzen er ook vandaag nog naar.

Door de groeiende bevolking en de opkomende industrie bevatte de Zenne tegen de tweede helft van de 19de eeuw zoveel rottend afval dat ze een heuse bedreiging voor de volksgezondheid was geworden. Bovendien overstroomde de Zenne ook regelmatig en zette ze daarbij de benedenstad en de arbeiderswijken onder water.

Toenmalig burgemeester Anspach moest iéts doen en liet de rivier in 1865 verleggen tot aan de huidige Kleine Ring en vervolgens over een lengte van ongeveer twee kilometer overwelven. Dat kostte veel geld en hele volkswijken werden ervoor afgebroken. Het project was daardoor meteen controversieel.

Op de vrijgekomen gronden werden de centrumlanen die we vandaag kennen aangelegd. Tussen 1931 en 1955, tijdens de tweede fase, werd de overwelving uitgebreid tot in totaal ongeveer zes kilometer, van Anderlecht in het Zuiden tot Laken in het Noorden.

Kanaal Brussel-Charleroi

Al sinds de 16e eeuw werden verschillende plannen voorgesteld om het groeiende scheepvaarttransport van en naar Brussel te bevorderen. Een kanaal maakte immers een grotere en snellere aanvoer van steenkool van de Borinage naar de steden mogelijk, waardoor de prijs gedrukt kon worden. Uiteindelijk zou het kanaal pas op 22 september 1832 (slechts drie jaar voor de eerste spoorlijn tussen Mechelen en Brussel in 1835) plechtig worden geopend, na een laatste korte onderbreking door de Belgische revolutie.

Het kanaal ligt er dus louter om economische redenen. Vandaag zijn de waterwegen in België nog steeds economisch belangrijk en maakt het kanaal Brussel-Charleroi deel uit van een heel Europees netwerk van waterlopen, met bijhorende Europese regelgeving. Naast de plaatselijke bevoorrading en overslag gebruiken veel schepen België als transitland, bijvoorbeeld voor het transport van graan van Noord-Frankrijk naar Rotterdam. Vandaag en morgen kunnen de waterwegen ook een oplossing bieden voor het toenemende vrachtverkeer over land, dat volgens voorspellingen met 25% zou toenemen tegen 2040. Files zijn bijna nergens zo lang als in België en bovendien is er het belang van de afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen.

De Vlaamse Waterweg, die de Vlaamse waterwegen beheert en exploiteert, werkt het laatste decennium aan de opwaardering van het Vlaamse deel van het kanaal Brussel-Charleroi en wil dit afgerond hebben tegen 2038-2040, zo vertelt ingenieur Olivier Devriese ons. Het project vergt een totale investering van circa 350 miljoen euro. Een eerste deel van de werken werd intussen uitgevoerd met de aanpassing van de rechteroever in Drogenbos, de aanleg van de Driefonteinenbrug in Sint-Pieters-Leeuw, de aanleg van nieuwe oevermuren in het centrum van Halle en de aanleg van de Klarabrug en Misiabrug in Halle.

Economisch gezien is het kanaal Brussel-Charleroi een klein stukje in het hele Europese waterwegennetwerk. De opwaardering ervan is onderhevig aan Europese richtlijnen en een economische noodzaak: schepen worden steeds groter, langer, hoger en zwaarder om rendabel te blijven. Daarvoor moeten nieuwe en bestaande bruggen minstens 7,2 meter boven de waterspiegel uitkomen om schepen met drie lagen containers toe te laten. De kanaalbrug aan de sluis van Lot daarentegen is vandaag bijvoorbeeld slechts 4,60 meter hoog en daar moet verandering in komen.

Het kanaal moet ook flink verbreed worden om bevaarbaar te blijven voor de groter wordende aken. Op sommige locaties zal de vaargeul onopvallend verbreed worden door de oevers onder water niet langer schuin te laten aflopen. Op andere plaatsen zal het kanaal wel meer ruimte in beslag nemen na aanleg van nieuwe taludoevers. Aan de Molens van Ruisbroek werd in 2011 al een eerste verbrede oever aangelegd. Tussen Ruisbroek en Lot werd de fietssnelweg F20, waarop je rechtstreeks Brussel binnenfietst, al een stuk verwijderd van het kanaal om die toekomstige verbreding tegen 2040 mogelijk te maken. Het oudere jaagpad aan de oevers zal daardoor verdwijnen.

Andere prioriteiten in Brussel

Ingenieur Devriese laat tijdens ons gesprek verstaan dat hij de indruk heeft dat het Brussels Gewest geen prioriteit stelt aan een verbreding van het kanaal. “We stellen vast dat er heel wat nieuwe woongelegenheden opgetrokken worden langs het kanaal. Het is mogelijk dat Brussel de urgentie niet inziet, gezien de goede bereikbaarheid van de haven vanuit het Noorden via het Zeekanaal. Maar door ook in te zetten op een aanvoer vanuit het Zuiden, kan de mobiliteit in en rond Brussel verbeterd worden.”

In het beheerscontract 2021-2025 dat Alain Maron (Ecolo) als bevoegde minister begin 2021 voor de Brusselse haven presenteerde zit die spreidstand verweven: "Dit beheerscontract zal het recreatief potentieel van de Haven versterken en haar economische functie verduurzamen. Het zal een heel ecosysteem creëren rond het kanaal, dat veel meer is dan een transportroute over het water," verklaarde hij toen.

Tijdens de lockdown en de coronacrisis is duidelijk geworden dat de Brusselaars grote behoefte hebben aan openbare ruimten voor ontspanning: "Het kanaal, dat het gewestelijke grondgebied van noord naar zuid doorkruist in dichtbevolkte wijken, kan hiervoor de oplossing zijn," zo voegde hij er nog aan toe in een perscommuniqué.

Het beheerscontract voorziet bijna 15 miljoen euro voor investeringen, waarvan 9,5 miljoen gaat naar de bouw en versterking van nieuwe kademuren. Van een verbreding van het kanaal op Brussels grondgebied zoals in Vlaanderen is geen sprake. Een andere 15 miljoen euro gaat naar onderhoud van bestaande haveninstallaties. Met het beheerscontract garandeert het Brussels Gewest met een totaalbedrag van 93,5 miljoen euro de financiering van de Haven van Brussel tot 2025.

Klimaatverandering

Voor Vlaanderen had het kanaal Brussel-Charleroi in de eerste plaats economisch belang. Dat is vandaag nog steeds zo, maar naast die economische motieven zorgt ook de klimaatverandering ervoor dat het kanaal en haar directe omgeving herdacht moet worden.

"Het is mogelijk dat Brussel de urgentie van een verbreding van het kanaal niet inziet, gezien de goede bereikbaarheid van de haven vanuit het Noorden via het Zeekanaal”

Olivier Devriese (De Vlaamse Waterweg)

Devriese lichtte dit in november nog toe op een lezing voor Brusselse alumni van de KU Leuven in Halle. De overstromingen in 2010 liggen daar nog vers in het geheugen. “Het nieuwe doel is het kanaal technisch klaar te maken voor de toekomst van de binnenscheepvaart, maar het ook voor recreatie aantrekkelijker en tegelijkertijd een afdoend antwoord te bieden op periodes van droogte én momenten van hevige buien. Het moet een win-winsituatie worden.”

In het drukbevolkte Brussel is waterbeheersing uiteraard niet op dezelfde manier mogelijk als in het Pajottenland, maar klimaatverandering stopt uiteraard niet aan de gewestgrens. Voor riolen en waterbekkens waarvan het water bij hevige regen uiteindelijk in het kanaal wordt geloosd (vaak met massale vissterfte als gevolg) moeten andere oplossingen worden gezocht. Regenwater moet zoveel mogelijk kunnen insijpelen waar het valt en niet afgeleid worden naar elders, waardoor het probleem enkel verschoven wordt.

Het economische belang van het kanaal Brussel-Charleroi voor Brussel in cijfers.

Met de aanleg van het Bécopark vanaf de brug aan het Saincteletteplein tot voorbij de nieuwe Suzan Danielbrug aan Thurn & Taxis, de aanlegsteiger voor kano's en kajaks aan de nieuwe Grote Hal, de geplande fietsdoorgangen onder kanaalbruggen (Sainctelette en De Trooz), het wandelpad aan de meanderende Zenne langs het industriepark en het geplande openleggen van de Zenne in het Maximiliaanpark tonen het Brussels Gewest en de kanaalgemeenten dat ze het belang inzien van water in de stad. De interactieve kaart (klik op de bolletjes om meer te weten te komen over de locaties) hieronder toont deze en andere plaatsen waar getracht werd, wordt of zal worden de relatie met het water voor de Brusselaar te herstellen.

Klik op de bolletjes om meer te weten te komen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Stedenbouw , Samenleving , Zenne , kanaal , waterbeheersing , klimaatverandering , recreatie , watersport , openluchtzwembad

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni