Op een steenworp van de Grote Markt ligt de Kaasmarkt. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is er buiten Griekse feta nog maar weinig kaas te bespeuren. Want de straat waar in de zestiende eeuw kaas, uien en vijgen werden verhandeld, is nu in de volksmond omgedoopt tot de Pitastraat.
"Wat is het verhaal achter de Pitastraat?"
In de jaren 1980 opende er de ene pitazaak na de andere. Veertig jaar later stap je er nog steeds binnen in Mykonos, Hellas, Plaka en Santorini, maar het eerste broodje met dampend gyrosvlees werd geserveerd in snack Athènes.
“Het was mijn broer die een van de eerste pitazaken van België opende,” vertelt Yanis Rados. Samen met zijn vrouw baat hij veertig jaar later nog steeds het restaurant uit dat zijn broer Apostolos in 1979 begon. Als gastarbeider kwam hij terecht in Charleroi, waar hij zijn eerste zaak opstartte. Daar sloeg de snack niet aan en de zaak ging failliet, maar in Brussel lukte het wel. “Destijds kenden de Belgen dat soort vlees niet. In de begindagen ging mijn broer daarom op straat staan met een plateau met stukjes vlees op, zodat de voorbijgangers konden proeven wat hij verkocht.”
Hij bedacht een pita die afwijkt van de originele Griekse pita. In Griekenland wordt het gyrosvlees gerold in een gefrituurd broodje samen met uien, tomaat en tzatziki. Omdat hij het brood in België niet kon verkrijgen, haalde hij bij de Libanees om de hoek de ronde broodjes die langs de binnenkant hol zijn, waardoor ze bij het opensnijden een zakje worden. Daar schepte hij het vlees in, dat hij aanvulde met Belgische witte kool en tzatzikisaus. Zo serveerde hij een pita 'op zijn Belgisch' en het werd gesmaakt. Beetje bij beetje werd de zaak een succes. Dat ervoeren ook de andere Grieken en Albanezen die hem toen een handje toestaken en op het idee kwamen om zelf een soortgelijke snackbar te openen in de straat. In de jaren 1970 waren er veel planden leeg komen te staan in de buurt. De straat had een slechte reputatie gekregen door de nachtclubs die er vroeger huisden. Het ging de foute kant op, met veel drugsproblemen en de clubs sloten een voor een.
“Toen de Griekse restauranthouders er zich kwamen vestigen, heeft dat geleid tot een heropleving van de straat,” vertelt Rados. “De jaren 1980 waren de hoogdagen van de Pitastraat. Er kwamen steeds meer eetgelegenheden bij, omdat er zoveel klanten waren. Net zoals vandaag heerste er een goede verstandhouding tussen de uitbaters die elkaar allemaal goed kennen.”
Rados is zowat de enige oorspronkelijke uitbater die er nog altijd een eethuis runt. De andere snackbars zijn door de jaren heen overgenomen. “Het is hard werken. We zijn elke dag geopend van elf uur 's ochtends tot elf uur ‘s avonds en het cliënteel is wisselend.” Maar voorlopig houden de verschillende zaken wel stand en daardoor blijft er genoeg keuze. Hoewel op de menukaarten overal zo goed als dezelfde opties staan, smaken de broodjes in elke zaak anders. “Het verschil zit hem in de marinade van het vlees,” verklapt de uitbater van snackbar Plaka. De toevallige passant kan dus kiezen welke zaak het vlees het sappigst bereidt, maar ook welk traditioneel Grieks interieur hem of haar in het hart van Brussel, even doet ontsnappen naar warmere oorden.
- VOLGENDE WEEK: Op heel wat woningen hangt een blauw emailplaatje ‘gaz à l'étage': wat was de functie hiervan?
Zelf ook een vraag voor Big City? Stel hem hier
Big City
Lees meer over: Brussel-Stad , Samenleving , Big City , kaasmarkt , pitastraat , pita
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.