Brusselse Duivels: Yannick Ferreira Carrasco

Bij de Rode Duivels die op 13 juni aan het EK voetbal beginnen zitten ook hele of halve Brusselaars. Zij zijn geboren en getogen en gevormd in Brussel of brachten er een belangrijk deel van hun jeugd door. Wij stellen elke dag één van hen aan u voor. Vandaag: Yannick Ferreira Carrasco, de rijzende ster op de flank.

Enkele weken geleden werd Yannick Ferreira Carrasco plots wereldnieuws, toen hij in de 79^ste minuut van de Champions League-finale tussen stadsgenoten Real en Atletico Madrid, van dichtbij de gelijkmaker voor Atletico binnenknalde. Real haalde het uiteindelijk op strafschoppen, maar intussen kende iedereen Yannick Ferreira Carrasco: de eerste Belg die ooit scoorde in de finale van de Champions League, en ook de eerste Brusselaar.

Carrasco werd geboren in Elsene als zoon van een Portugese vader en een Spaanse moeder, en begon zijn voetbalcarrière in Evere.

Carrasco speelt voor het eerst op zesjarige leeftijd bij de provincialer Stade Everois. Al is dat niet de plek waar hij voor het eerst voetbalde: op een betonnen veldje in het Hanssenspark in Vilvoorde oefent de piepjonge Carrasco voor het eerst zijn fluwelen techniek.

Pleintjesvoetballer
Net zoals heel wat voetballers die hun eerste balletjes in of rond grote steden als Brussel of Antwerpen trapten, is hij een echte pleintjesvoetballer: zo’n spelers wachten niet op trainingen of wedstrijden met de club om met de bal te spelen, zij doen dat overal. Op straat, op pleintjes of in parken. Het is geen toeval dat zogenaamde pleintjesvoetballers tegenwoordig de hoofdmoot van de Rode Duivels uitmaken. Het is namelijk in de stad en in de straten dat ze hun uitstekende techniek hebben ontwikkeld.

En zo dus ook Yannick Ferreira Carrasco. Al als kind steekt hij erbovenuit dankzij zijn sterke techniek: “Hij was los de sterkste. Alle ballen kwamen zijn richting uit”, herinnert Bernard Vasseur zich nog, in 1999 de eerste trainer van Carrasco bij Stade Everois. “Hij speelde toen al voorin, maar hij kwam de ballen al in de verdediging halen om ten aanval te trekken”, vertelt Vasseur aan onze redactie.

De carrière van de Belg met Spaans-Portugese roots verloopt pijlsnel: na twee jaar Evere en vier jaar Diegem Sport, krijgt hij een plek in de prestigieuze jeugdopleiding van Racing Genk. Maar zijn debuut op het hoogste niveau maakt hij niet in België: in 2010 trekt hij naar Monaco, om daar twee jaar later in het eerste elftal te verschijnen. Vorig jaar versiert hij een transfer voor 15 miljoen euro naar Atletico Madrid. De snelle en technisch vaardige buitenspeler kan al snel zijn stempel drukken in de Primera Division.

Bij jonge voetballertjes is het doorgaans moeilijk te voorspellen wie het zal maken op het hoogste niveau. Ook Bernard Vasseur had van de jonge Carrasco niet meteen verwacht dat hij 17 jaar later ooit nog zou scoren in de finale van de Champions League en naar het EK zou gaan.

Lees verder onder de foto

Verbetenheid
Toch heeft Carrasco, naast zijn techniek, iets speciaals wat hem een streepje voor op de rest bezorgde: “Zijn verbetenheid. Yannick wou altijd voetballen. Ook na de trainingen en wedstrijden ging hij zo snel mogelijk opnieuw een balletje trappen. Voetbal was zijn leven, hij moest en zou professional worden. Zijn jongere broer Mylan speelde ook bij Everois, maar hij had niet hetzelfde doorzettingsvermogen als Yannick”, aldus Vasseur.

Ook zijn winnaarsmentaliteit heeft een grote rol gespeeld. “Hij smeet zich altijd met volle overgave. Hij wou altijd winnen. Dat betekent dan ook wel dat hij absoluut niet tegen zijn verlies kan. Bij een nederlaag was hij meestal erg kwaad, dan viel er niet veel meer mee aan te vangen.”

Ferreira Carrasco is ontegensprekelijk een groot talent. Het is niet zeker dat hij tijdens het EK een basisplaats zal krijgen van bondscoach Marc Wilmots (hij miste een groot deel van de voorbereiding vanwege een blessure, en intussen speelt concurrent Dries Mertens goede wedstrijden op dezelfde positie), maar het staat buiten kijf dat de linksbuiten een grote toekomst te wachten staat.

Ook voor een piepkleine club als Stade Everois is dat een hele eer: “Iedereen binnen de club praat over Ferreira Carrasco. Ik ben enorm fier om hem als eerste getraind te hebben”, zegt Vasseur. Contact met zijn pupil heeft hij niet meer: “Een jaar of vijf geleden is hij wel nog eens op bezoek geweest. Zijn moeder Carmen, die altijd heel betrokken was bij zijn carrière (Yannick zegt zelf vaak in interviews dat hij alleen maar zijn moeder heeft, nvdr.), passeert trouwens nog af en toe op de club.”

© vrt